Let op: Gebruik geen power-injector bij spoelpoort.
Let op: Als er problemen optreden waardoor het grafthulslumen niet volledig kan worden doorgespoeld, mag u het product
niet gebruiken.
3. Spoel het voerdraadlumen via de luerconnector door met gehepariniseerde zoutoplossing totdat u ziet dat er vloeistof uit
het distale deel van de taps toelopende tip komt.
Let op: Pak de handgreep voor het vrijgeven van het opsluitmechanisme niet vast tijdens het doorspoelen van het
plaatsingssysteem.
4. Controleer of de handgreep voor het vrijgeven van het opsluitmechanisme in de vergrendelde positie staat. In de
vergrendelde positie moet het niet mogelijk zijn de handgreep met de klok mee te draaien (Afbeelding 4).
Afbeelding 4. Handgreep voor het vrijgeven van het opsluitmechanisme in de vergrendelde positie
Let op: Het plaatsen van de stentgraft wanneer de handgreep voor het vrijgeven van het opsluitmechanisme in de
vergrendelde positie staat (tegen de klok in gedraaid), kan vroegtijdige vrijgave van het proximale uiteinde tot gevolg hebben.
9.4. Het plaatsingssysteem inbrengen
1. Open nauwe vaten voorafgaand aan implantatie van de thoracale Valiant Navion-stentgraft zo nodig met standaard PTA-
katheters (percutane transluminale angioplastiek) of vaatdilatatoren volgens de gebruikelijke endovasculaire procedures.
Verwijd het bloedvat zo nodig met een taps toelopende vaatdilatator. Voor vaatverwijding wordt een stappenmethode
aangeraden (naar oordeel van de arts).
2. Breng het plaatsingssysteem in over de voerdraad. Activeer de hydrofiele coating vóór het inbrengen in het bloedvat door
het oppervlak van de grafthuls nat te maken met een gaasje dat is doordrenkt met steriele zoutoplossing, zodat de
grafthuls glibberig aanvoelt.
Opmerking: Bij het plaatsingssysteem is geen aparte introducersheath nodig voor de primaire toegangsweg. Als een
aparte introducersheath wordt gebruikt, raadpleegt u de gebruiksaanwijzing bij de introducersheath voor meer informatie.
Let op: Manipulatie van voerdraden, ballonnen, katheters en endografts in de thoracale aorta kan vasculair trauma, waaronder
aortadissectie en embolisatie, tot gevolg hebben.
Let op: Buig, knik of wijzig het plaatsingssysteem niet vóór de implantatie, omdat dit problemen kan veroorzaken met de
plaatsing.
Let op: Indien een obstructie in het bloedvat, bv. een kronkelige bocht, stenose of verkalking, het opvoeren van het
plaatsingssysteem belemmert, mag geen overmatige kracht worden gebruikt om het plaatsingssysteem in te brengen. De
oorzaak van de weerstand moet worden beoordeeld om beschadiging van het bloedvat of plaatsingssysteem te voorkomen.
Let op: Pak de handgreep voor het vrijgeven van het opsluitmechanisme niet vast tijdens het inbrengen van het
plaatsingssysteem.
Afbeelding 5. Het plaatsingssysteem inbrengen
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
473