Bedieningshandleiding
Trainingstijd (TIME): wanneer u alle tien de tijd-/weerstandssegmenten
heeft ingesteld, knippert op het scherm de trainingstijd (TIME) .
• Draait u aan het keuzewiel tot het scherm de gewenste trainingstijd toont.
Bevestig de instelling door op het keuzewiel te drukken .
Afstand (DISTANCE): heeft u de trainingstijd ingesteld, dan knippert de
afstand (DISTANCE) .
• Draait u aan het keuzewiel tot het scherm de gewenste afstand toont.
Bevestig de instelling door op het keuzewiel te drukken .
Calorieën (CAL): heeft u de afstand ingesteld, dan knippert het aantal
calorieën (CAL).
• Draait u aan het keuzewiel tot het scherm het aantal calorieën toont dat u
wilt verbruiken . Bevestig de instelling door op het keuzewiel te drukken .
Hartslag (PULSE): heeft u het aantal calorieën ingesteld, dan knippert de
waarde van de hartslag (PULSE) .
• Draait u aan het keuzewiel tot het scherm de gewenste hartslag toont.
Bevestig de instelling door op het keuzewiel te drukken .
Start de training: u heeft alle waarden ingesteld. Het oriëntatiescherm toont
START PEDALING – u kunt met de training beginnen .
Instellingen tijdens de training
Prestatie: In het Gebruikersprogramma kunt u de weerstand (WATT) op
ieder gewenst moment van de training instellen door aan het keuzewiel te
draaien .
Houd uw hartslag op peil door de trapfrequentie of de weerstand te verho-
gen .
1
2
3
TIME
DISTANCE
KM
KM/H
4
DISTANCE
5
CAL
DISTANCE
KM
TIME
DISTANCE
KM
TIME
KM/H
KM/H
6
PULSE
TIME
CAL
WATT
PULSE
DISTANCE
KM
TIME
KM/H
CAL
CAL
WATT
WATT
PULSE
PULSE
PULSE