Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
OBJ_BUCH-3302-001.book Page 99 Thursday, October 5, 2017 7:16 AM
Aansluiting van het basisstation aan de pc
(zie afbeelding D)
U kunt het basisstation EXAConnecT zowel direct aan uw pc
aansluiten alsook aan een firmaspecifiek netwerk. Hiervoor
hebt u een netwerkkabel met een RJ45-stekker nodig.
– Verwijder het onderhoudsdeksel 8 (zie „Aansluitingswerk-
zaamheden", pagina 98).
– Los de contramoer 12 aan de linker kabelschroefverbin-
ding 11 door tegen de klok in te draaien.
– Trek het stekkerloze kabeleinde van de netwerkkabel 25
door de opening van de kabelschroefverbinding 12 naar
de contactstrip 18.
– Meet aan de 8-polige stekker welke kleur aan welke pin ligt.
Kijk in de tabel (zie „Pinindeling van de ethernetinterface",
pagina 100), welke aders u voor de aansluiting aan het ba-
sisstation nodig hebt en strip de niet benodigde aders.
– Sluit de resterende aders conform de tabel aan de netwer-
kaansluiting „100 MB" van de contactstrip 18 aan.
– Sluit de afscherming van de patchkabel aan de aardings-
klem 13 aan.
Gebruik de crossoverindeling voor de directe aansluiting van
het basisstation aan uw pc en de 1:1-verbinding voor de aan-
sluiting aan uw firmanetwerk, uw server of uw netwerkhub.
– Controleer of de kabel vastzit. Draai dan de contramoer 12
aan de kabelschroefverbinding 11 met de klok mee op-
nieuw vast.
Pinindeling van de ethernetinterface
Pin
Kleur van de
Crossover-
aders bijv.
indeling
1
wit/oranje
RD+
2
oranje
RD–
3
wit/groen
TD+
4
blauw
–
5
wit/blauw
–
6
Groen
TD–
7
wit/bruin
–
8
bruin
–
Netwerkaansluiting van het basisstation
Bij de installatie moet u de netwerkparameters voor de ver-
binding van het basisstation met uw computer instellen.
– Steek de stekker van de kabel 25 in de netaansluitbus van
uw pc als u bij de ethernetverbinding aan het basisstation
de crossoverindeling gekozen hebt.
Bij een 1:1-aansluiting steekt u de stekker in een vrije net-
werkcontactdoos van uw firmanetwerk.
– Sluit het basisstation aan de stroomtoevoer aan (zie „Aan-
sluiting van het basisstation aan de stroomtoevoer",
pagina 99).
– Stel de netwerkparameters in (zie „Instelling van de net-
werkparameters", pagina 100).
Na korte tijd knippert de gele LED-indicatie 4 en op het dis-
play 6 verschijnen omlopende balken. Na een paar seconden
Bosch Power Tools
geeft de groene LED-indicatie 3 door permanent licht aan dat
het basisstation gebruiksklaar is.
Instelling van de netwerkparameters
Het basisstation wordt met het IP-adres 10.10.10.10 gele-
verd. Dit IP-adres mag in uw netwerk niet meer gebruikt wor-
den.
Crossoverindeling (basisstation en stand-alone-pc)
Voor de gegevensuitwisseling tussen uw pc en het basisstati-
on moet uw pc op een statisch IP-adres ingesteld zijn.
– Open in uw besturingssysteem het eigenschappendialoog-
veld voor netwerkverbindingen.
– Kies het internetprotocol (TCP/IP) dat aan de basis van de
netwerkverbinding met het basisstation ligt.
– Klik op Eigenschappen.
– Activeer de optie Volgend IP-adres gebruiken.
– Voer voor het statische IP-adres volgende instellingen in
de velden in:
IP-adres: 10.10.10.5
Subnetmasker: 255.255.255.0
In sommige gevallen kan het nodig zijn om het basisstation te
routen.
– Start het venster Invoerprompt.
– Voer het bevel
route add 10.10.10.10 10.10.10.5
in en druk op Enter.
– Open op uw pc de webbrowser en voer het volgende adres
in:
http://10.10.10.10
1:1-aanslui-
ting aan het
Na korte tijd verschijnt een veiligheidscertificaat dat u dient te
netwerk
bevestigen om alle functies van het basisstation ter beschik-
king te hebben.
TD+
De Java applet wordt geladen. Nu hebt u toegang tot het ba-
TD–
sisstation EXAConnecT.
RD+
Basisstation en netwerk
–
– Open een webbrowser en voer in de adresregel ht-
–
tp://10.10.10.10 in.
RD–
▷ De software wordt geladen.
–
– Kies het tabblad EXAConnecT.
–
– Klik op de knop Setup.
▷ Het venster EXAConnecT Setup wordt weergegeven.
– Kies het tabblad TCP/IP Settings.
▷ De optie Get network parameters automatically
(DHCP) is niet geselecteerd.
– Voer in het invoerveld IP Address een vrij IP-adres in het
gewenste adresbereik in.
De standaardwaarde 255.255.255.0 hoeft in de regel
niet veranderd te worden. Voer indien nodig in het invoer-
veld Default Gateway het IP-adres van de gateway in.
Opmerking: Noteer het statische IP-adres op het
EXAConnecT of in een directory.
Bij een onbekend IP-adres bestaat de mogelijkheid om het IP-
adres 10.10.10.10 met behulp van de DIP-schakelaar 16 in
te stellen (zie „Aansluitingswerkzaamheden", pagina 98).
– Klik op de knop Apply.
▷ Een aanwijsvenster voor het herstarten van het systeem
wordt weergegeven.
Nederlands | 99
1 609 92A 43G | (5.10.17)
Werbung
