Tijdens de anesthesie kan zich stikstofoxide in de cuff
verspreiden, waardoor het volume/de druk van de cuff
toeneemt. Pas de cuffdruk net genoeg aan om een
goede afdichting te verkrijgen (de cuffdruk mag niet
hoger zijn dan 60 cmH
O).
2
Het anesthesiebeademingssysteem moet voldoende
worden ondersteund wanneer het op de AuraFlex is
aangesloten om draaien van het masker te voorkomen.
GEBRUIK MET SPONTANE BEADEMING
De AuraFlex is geschikt voor spontaan ademende
patiënten wanneer het masker wordt gebruikt met
vluchtige middelen of intraveneuze anesthesie op
voorwaarde dat de anesthesie voldoende is om het
niveau van chirurgische stimulus te evenaren en de
cuff niet te hard wordt opgeblazen.
GEBRUIK MET POSITIEVE-DRUKBEADEMING
Zorg er bij positieve-drukbeademing voor dat de
afdichting voldoende is. Om de afdichting te
verbeteren, wordt het volgende aanbevolen:
• Optimaliseer de plaatsing van de AuraFlex door het
hoofd te draaien of door tractie.
• Pas de cuffdruk aan. Probeer zowel een lagere als
een hogere druk uit (een slechte afdichting van de
cuff kan worden veroorzaakt door een te lage of te
hoge druk op de cuff).
• Als er lekkage rond de cuff optreedt, verwijdert u
het masker en plaatst u het opnieuw terwijl u
ervoor zorgt dat de anesthesiediepte voldoende is.
MRI (MAGNETIC RESONANCE IMAGING)
AuraFlex is MR-onveilig. Het apparaat vormt
een projectielgevaar.
3.8. Procedure voor verwijderen
Verwijdering moet altijd worden uitgevoerd in een
ruimte waar afzuigapparatuur en de faciliteit voor
snelle tracheale intubatie beschikbaar zijn.
Verwijder de AuraFlex niet met de cuff volledig
opgeblazen om weefseltrauma en laryngospasme te
voorkomen.
3.9. Afvalverwerking
Voer de gebruikte Ambu AuraFlex op veilige wijze af
volgens de lokale procedures.
4.0. Specificaties
De Ambu AuraFlex is in overeenstemming met ISO
11712 Anesthesie- en ademhalingsapparatuur –
Supralaryngeale luchtwegen en connectors.
117