Afbeelding 1 (pagina 4): Overzicht van
AuraOnce-onderdelen:
1. Connector; 2. Patiëntslang; 3. Cuff;
4. Terugslagventiel; 5. Geleidingsballon;
6. Geleidingsslang; 7. Nominale lengte van
het interne beademingstraject*.
*Zie tabel 1 voor de nominale lengte in centimeters.
Afbeelding 2 (pagina 4): Juiste positie van
de AuraOnce ten opzichte van AuraOnce-
onderdelen en anatomische oriëntatiepunten
AuraOnce-onderdelen: 1. Opblaasbare cuff;
2. Maataanduiding; 3. Ventilatieopening;
4. Beademingsweg; 5. Normale diepte van
insteekmarkeringen; 6. Machine-uiteinde.
Anatomische oriëntatiepunten: A. Slokdarm;
B. Trachea; C. Cricoïde ring; D. Schildklierkraakbeen;
E. Stembanden; F. Larynxinlaat; G. Epiglottis;
H. Hyoïde bot; I. Tong; J. Buccale holte;
K. Nasofarynx; L. Snijtanden.
COMPATIBILITEIT MET ANDERE APPARATEN/
APPARATUUR
De AuraOnce kan worden gebruikt in combinatie met:
• Beademingsapparatuur; 15 mm conische
aansluitingen conform ISO 5356-1
116
• Apparaten voor het beheer van de luchtwegen;
bronchoscopen en wisselkatheters*
• Andere accessoires; standaard 6 % conische Luer-
spuit, manometer met standaard 6 % conische Luer-
connector, smeermiddel op waterbasis, zuigkatheter
Zorg er bij gebruik van instrumenten door het
masker voor dat het instrument compatibel en goed
gesmeerd is voordat u het inbrengt.
* Zie tabel 1 voor informatie over de maximale
instrumentmaat.
3.0. Productgebruik
3.1. Voorbereiding voor gebruik
SELECTIE VAN MATEN
Ambu AuraOnce is verkrijgbaar in verschillende
maten voor gebruik bij patiënten met verschillende
gewichten.
Voor pediatrische patiënten wordt het aanbevolen
dat Ambu AuraOnce wordt gebruikt door een
medische professional die vertrouwd is met
pediatrische anesthesie.
Zie de selectierichtlijnen en max. intracuff-druk in
tabel 1, hoofdstuk 4.0. (Specificaties).
INSPECTIE VAN AURAONCE
Draag altijd handschoenen tijdens de voorbereiding
en het inbrengen van de Ambu AuraOnce om
besmetting tot een minimum te beperken.
Ga voorzichtig met de AuraOnce om, omdat het
product kan scheuren of er kan een gat in komen.
Vermijd contact met scherpe of puntige voorwerpen.
Controleer vóór het openen of de verzegeling van
de zak intact is en gooi de Ambu AuraOnce weg als
de verzegeling van de zak is beschadigd.
Controleer de AuraOnce zorgvuldig op schade,
zoals perforatie, krassen, sneden, scheuren,
losse onderdelen, scherpe randen enz.
Zorg ervoor dat de cuffbeschermer van de cuff is
verwijderd.
Controleer of de binnenkant van de patiëntslang
en de cuff vrij zijn van verstoppingen en losse
onderdelen. Gebruik de AuraOnce niet als deze
geblokkeerd of beschadigd is.
Laat de cuff van de AuraOnce volledig leeglopen.
Controleer de cuff na het leeglopen grondig op
rimpels of vouwen. Blaas de cuff op tot het in tabel 1
aangegeven volume. Controleer of de opgeblazen cuff