Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Algemene Veiligheidsinstructies; Werkkleding; Instructies Inzake Uitladen; Veiligheidsinstructies Voor De Bediening - Kärcher MIC D Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
3
Veiligheidsinstructies
3.1

Algemene veiligheidsinstructies

Het voertuig met de werkvoorzieningen moet voor ge-
bruik gecontroleerd worden op reglementaire toestand
en bedrijfsveiligheid. Als het voertuig zich niet in een
perfecte toestand bevindt, mag het niet gebruikt wor-
den.
3.2

Werkkleding

Draag bij het uitvoeren van werkzaamheden aan het
voertuig altijd geschikte handschoenen.
Let op nauw aansluitende kledij van het bedieningsper-
soneel, draag veiligheidsschoenen.
3.3

Instructies inzake uitladen

GEVAAR
Verwondingsgevaar, beschadigingsgevaar!
Het voertuig is niet toegelaten voor kraanbelading.
Gebruik geen vorkheftruck voor het laden/lossen van
het voertuig.
3.4

Veiligheidsinstructies voor de bediening

De bediener moet het voertuig op reglementaire wijze
gebruiken. Hij moet rekening houden met de plaatselij-
ke omstandigheden en tijdens de werkzaamheden op
derden, in het bijzonder kinderen.
Laat het voertuig nooit zonder toezicht achter zolang de
motor draait. De bediener mag het voertuig pas verla-
ten als de motor uitgezet is en het voertuig tegen onbe-
doelde bewegingen beveiligd is. Bedien indien nodig
de parkeerrem en verwijder de contactsleutel.
Het voertuig mag enkel gebruikt worden door personen
die ingewerkt zijn in de hantering, hun capaciteiten voor
het bedienen hebben bewezen en uitdrukkelijk met het
gebruik zijn belast.
3.5

Veiligheidsinstructies voor de rijmodus

GEVAAR
Kantelgevaar!
Berijd in rijrichting enkel stijgingen en dalingen tot 25%.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Gevaar voor kantelen. Enkel terreinen berijden met een
max. zijdelingse helling van 10°.
De voor motorrijtuigen voorgeschreven maatregelen,
regels en verordeningen dienen altijd te worden opge-
volgd.
Het voertuig mag niet door kinderen of jongeren ge-
bruikt worden.
Het meenemen van begeleidende personen is niet toe-
gestaan.
Om een onbevoegd gebruik van het voertuig te verhin-
deren, moet de contactsleutel verwijderd worden.
Ongevalgevaar door verminderd remvermogen. Geen
voetmat in de bestuurderscabine leggen. In de bestuur-
derscabine mogen zich geen losse voorwerpen bevin-
den die onder het gaspedaal kunnen schuiven.
Voor elk gebruik moet de veiligheidscontrole in het
hoofdstuk „Inbedrijfstelling" uitgevoerd worden.
Alle bedieningshendels en schakelaars moeten voor
het starten van de motor in de neutrale stand staan. De
220
Bij het gebruik van het voertuig in gevaarlijke bereiken
(bv. tankstations) moeten de overeenkomstige veilig-
heidsvoorschriften in acht genomen worden. Het is ver-
boden om het voertuig in explosiegevaarlijke ruimten te
gebruiken.
Draag geschikte hoofdbedekking zodat staarten of lan-
ge haren niet kunnen worden gegrepen door roterende
onderdelen.
Draag tijdens het werk geen juwelen, ringen e.d.
Neem bij het laden het gewicht van het voertuig in acht!
Leeggewicht (zonder aanbouwsets)
* Indien aanbouwsets gemonteerd zijn, is dat gewicht
overeenkomstig hoger.
Het voertuig mag niet door kinderen of niet-ingewerkte
personen gebruikt worden.
Het voertuig mag gebruikt worden door personen met
verminderde fysieke, motorische of mentale capacitei-
ten of gebrek aan ervaring/kennis indien ze onder toe-
zicht staan of over het veilige gebruik van het voertuig
onderricht werden en de daaruit resulterende gevaren
begrijpen.
Kinderen moeten onder toezicht staan om te garande-
ren dat ze niet met het voertuig spelen.
Open de kap of zijbekledingen niet bij een draaiende
motor.
bestuurder moet bij het starten op de bestuurdersstoel
zitten. Het rijpedaal mag tijdens de startprocedure niet
gebruikt worden.
Draag tijdens ritten en bij het werk een veiligheidsgor-
del.
Het voertuig mag enkel vanop de bestuurdersstoel in
beweging gezet worden.
Bij transportritten moet het frontrek maximaal omhoog-
geheven en geblokkeerd worden, daarvoor hendel he-
lemaal naar boven trekken.
Bijzondere voorzichtigheid betrachten bij werken aan
hellingen en greppels.
Vooraleer u de vuldruk van de banden corrigeert, moet
gecontroleerd worden of de drukverlager aan de com-
pressor juist is ingesteld.
Maximum vuldruk van de banden niet overschrijden.
De toegelaten vuldruk van de banden moet aan de
band en eventueel aan de veld afgelezen worden. Bij
verschillende waarden moet de kleinst waarde in acht
genomen worden.
Waarden voor de bandendruk vindt u in het hoofdstuk
„Technische gegevens".
5
-
NL
1650 kg*

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis