NL
6.15 SMERING
Alle in de onderstaande tabel genoemde smeer-
punten moeten elke 50 bedrijfsuren en na elke rei-
nigingsbeurt worden gesmeerd.
Gebruik een smeerpistool met universeel vet. Blijf
pompen tot vet tevoorschijn komt. De smeerpun-
ten zijn aangegeven in afb. 28 t/m 30.
Ga voorzichtig te werk in de buurt van
aandrijfriemen. Er mag geen vet of olie
op de riemen komen.
Onderdeel
Smeernippels / actie
Spanarm, pom-
1 smeernippel.
priem
Liftvork, draaien 1 smeernippel.
Liftvork,
2 smeernippels
omhoog-omlaag
Liftcilinder
2 smeernippels
Stuurcilinder
2 smeernippels
Knikpunt
3 smeernippels
Spanarm,
1 smeernippel.
Ga voorzichtig te werk
gereedschaps-
in de buurt van de rie-
riem
men. Er mag geen vet of
(Alleen 26B)
olie op de riemen komen.
Spanarm, achter-
1 smeernippel.
Ga voorzichtig te werk
ste gereed-
in de buurt van de rie-
schapsriem
men. Er mag geen vet of
(Alleen 26B)
olie op de riemen komen.
Gaskabel
Smeer de kabeluiteinden
met olie terwijl u het
betreffende bedieningsele-
ment bedient.
Dit gaat het beste met
twee personen.
6.16 KLEPPEN
Het afregelen en schuren van kleppen moeten wor-
den uitgevoerd door een erkende dealer.
124
NEDERLANDS
6.17 ZEKERINGEN
De hier vermelde waarden verwijzen
naar de zwaarste zekeringen die ge-
bruikt mogen worden. Bij zekeringen
met een hogere toelaatbare stroom kan
schade door brand optreden.
De machine heeft drie zekeringkasten.
Een zekeringenkast bevindt zich in het cabinedak
en bevat de zekeringen voor de elektrische cabine-
voorzieningen. Deze zekeringenkast bevindt zich
onder het bedieningspaneel in het dak en is toegan-
Afb
kelijk door de schroeven van dat paneel los te
33:H
draaien. Zie afb. 29. Alle zekeringen zijn 15 A.
Twee zekeringenkasten (30:A en 30:B) bevinden
33:A
zich op de in afb. 30 getoonde posities. De volgen-
de tabel toont de in deze kasten aangebrachte zeke-
33:B
ringen:
Als er een elektrische storing optreedt, vervang
33:F
dan doorgeslagen zekeringen. Als het probleem
33:G
aanhoudt, breng de machine dan naar een erkende
33:D
dealer voor reparatie.
33:C
31
Probleem
Indicatielampjes, zoe-
mer, transportstand
Maaihoogte, zand-
33:E
strooier, verticuteerder
achter, koplamp
Cruise control, dynamo
Elektrische aansluiting
32
op paneel
Uitschakelen
PTO, waarschuwings-
lamp parkeren, beveili-
gingsrelais
Reserve
Hoofdzekering
Dimlicht
Richtingaanwijzers
Parkeerlicht, claxon,
dimlichtrelais
Hoofdzekering, cabine
AC
Reserve
Reserve
AC
GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf-
gaande aankondiging wijzigingen in het product
aan te brengen.
Zekering
Plaats
Waarde
30:A/1
10 A
30:A/2
20 A
30:A/3
10 A
30:A/4
10 A
30:A/5
30 A
30:A/6
10 A
30:A/7
30:A/8
40 A
30:B/1
20 A
30:B/2
10 A
30:B/3
10 A
30:B/4
30 A
30:B/5
20 A
30:B/6
30:B/7
30:B/8
30 A