Explicación de los símbolos
Título del símbolo
Símbolo Descripción y referencia
Fabricante
Indica el fabricante del dispositivo médico, tal y como lo definen las directivas europeas 90/385/CEE,
93/42/CEE y 98/79/CE. Fuente: ISO 15223, 5.1.1.
Representante
Indica el representante autorizado en la Comunidad Europea. Fuente: ISO 15223, 5.1.2, 2014/35/UE
autorizado en la
y/o 2014/30/UE.
Comunidad Europea
Fecha de fabricación
Indica la fecha en la cual se fabricó el dispositivo médico. Fuente: ISO 15223, 5.1.3.
Fecha de caducidad
Indica la fecha tras la cual no debe usarse el dispositivo médico. Fuente: ISO 15223, 5.1.4.
Código de lote
Indica el código de lote del fabricante para poder identificar el lote. Fuente: ISO 15223, 5.1.5.
Número de
Indica el número de referencia del fabricante de modo que pueda identificarse el producto sanitario.
referencia
Fuente: ISO 15223, 5.1.6.
No use el producto
Indica que el producto sanitario no se debe usar si el envase se ha dañado o abierto. Fuente: ISO
si el envase está
15223, 5.2.8.
dañado o abierto
No reutilizar
Indica que un dispositivo médico está pensado para un solo uso o para un único paciente solo durante
una intervención. Fuente: ISO 15223, 5.4.2.
Precaución
Indica que el usuario debe consultar las instrucciones de uso para ver avisos importantes como,
por ejemplo, advertencias y precauciones que, por diversos motivos, no se pueden presentar en el
producto sanitario propiamente dicho. Fuente: ISO 15223, 5.4.4.
No hay látex de
Indica que, entre los materiales con los que se ha fabricado el producto sanitario o el correspondiente
goma natural
envase, no hay látex de goma natural ni de goma natural seca. Fuente: ISO 15223, 5.4.5 y anexo B
Producto sanitario
Indica que el artículo es un producto sanitario.
Identificador único
Indica el código de barras para escanear información del producto en el registro sanitario electrónico
del producto
del paciente.
Importador
Indica la entidad que importa el producto sanitario en la UE.
Marca CE 2797
Indica la conformidad con todos los reglamentos y directivas de la Unión Europea aplicables a los
2797
productos sanitarios con participación del organismo notificado.
Rx solo
Indica que las leyes federales estadounidenses restringen la venta o uso de este dispositivo por prescripción de
médicos. Título 21 del Código de Normas Federales de EE. UU. (CFR), sec. 801.109(b)(1).
Si desea obtener más información, póngase en contacto con el representante local de 3M o directamente con nosotros a través de
3M.com y seleccione su país.
3M
™
elektrochirurgische patiëntenplaten, serie 1182 en 8180F
Algemeen gebruik
Lees dit document door en bewaar het. Zorg dat iedereen die dit product gaat gebruiken alle informatie in dit document en de
door de AORN aanbevolen praktijken voor elektrochirurgie kent en begrijpt. LEES DE WAARSCHUWING.
Beoogd gebruik
De 3M™ elektrochirurgische patiëntenplaten (1182 en 8180F) zijn ontworpen om in combinatie met de meeste elektrochirurgische units
(ESU's) te worden gebruikt bij vrijwel elke chirurgische toepassing waarbij elektrochirurgie wordt gebruikt om een veilig retourpad voor
elektrochirurgische stroom te verschaffen. Deze gesplitste elektrochirurgische platen zijn bestemd voor gebruik met ESU's die een Contact Quality
Monitoring System (CQMS) (dat wil zeggen bewakingssystemen voor contactkwaliteit als REM, ARM, NESSY enzovoort) bevatten. Het gebruik van
dit product voor toepassingen waarvoor het niet bestemd is, kan onveilige situaties tot gevolg hebben. De platen moeten door zorgmedewerkers
in ziekenhuizen en medische instellingen worden gebruikt.
• Voor patiënten die 15 kg of minder wegen, gebruikt u de 3M™ elektrochirurgische patiëntenplaat 1182 met een gebied van 10
inch (65 cm ) die ontworpen is voor gebruik bij pediatrische patiënten.
• Voor patiënten die meer dan 15 kg wegen, gebruikt u de 3M™ elektrochirurgische patiëntenplaten 8180F met een gebied van
20 inch (129 cm ).
Productomschrijving
3M™ elektrochirurgische patiëntenplaten (dat wil zeggen aardingspads, neutrale elektroden) bestaan uit een geleidend, klevend gedeelte
dat door een niet-geleidende klevende rand wordt omgeven. De patiëntenplaten 1182 en 8180F worden zonder snoer geleverd. De
1182 heeft een schuimlaag aan de achterzijde en de 8180F heeft een nonwoven vloeistofbestendige achterzijde. De patiëntenplaten zijn
bedoeld voor eenmalig gebruik, wegwerpbaar en niet-steriel.
WAARSCHUWING
Onjuist gebruik van elektrochirurgische patiëntenplaten kan elektrochirurgische brandwonden of druknecrose veroorzaken.
Voor de veiligheid van de patiënt dienen alle onderstaande aanwijzingen te worden opgevolgd. Het niet opvolgen van deze
instructies verhoogt het risico op elektrochirurgische brandwonden of druknecrose.
Aanwijzingen voor veilig gebruik
1. De juiste platen, apparatuur en accessoires gebruiken
• Gesplitste platen zijn ontworpen voor gebruik met elektrochirurgische generatoren die een Contact
Quality Monitoring System (CQMS) (dat wil zeggen bewakingssystemen voor contactkwaliteit als REM™,
ARM™, NESSY™ enzovoort) bevatten.
• Gebruik voor patiënten die 15 kg of minder wegen de 3M™ elektrochirurgische patiëntenplaat 1182,
die ontworpen is voor gebruik bij pediatrische patiënten.
• Gebruik ECG-kabels met RF-ontstoorders/smoorspoelen om te voorkomen dat de elektrochirurgische stroom door
de ECG-elektrodes stroomt.
• Gebruik 3M™ kabels en adapters die vereist zijn voor 3M™ patiëntenplaten.
• Controleer de verloopdatum op de verpakking. 3M™ patiëntenplaten kunnen 14 dagen nadat de verpakking geopend is veilig
worden gebruikt.
• Zorg ervoor dat de patiënt geen contact maakt met geaard materiaal of items die capacitief op de aarding aangesloten zijn om
het risico op brandwonden op andere plaatsen te voorkomen.
• Gebruik pads niet opnieuw om een verhoogd risico op brandwonden en infectie als gevolg van kruisbesmetting te voorkomen.
2. De patiëntenplaat niet met teveel stroom belasten om het risico op brandwonden te verminderen
• Activeer het elektrochirurgische apparaat of actieve accessoire niet langer dan 60 seconden gedurende een periode van 2 minuten.
Indien u dit wel doet, kan de patiëntenplaat door stroom overbelast raken en kan de patiënt brandwonden oplopen.
• Bij elke combinatie van sterke stroom, een lange activeringsduur en een geleidend irrigatiemiddel (bijvoorbeeld
fysiologische zoutoplossing) kan stroomoverbelasting van de patiëntenplaat optreden en de patiënt brandwonden oplopen. U kunt
het volgende doen om dit risico te verminderen:
Gebruik niet-geleidende oplossingen tenzij deze om specifieke medische redenen niet geïndiceerd zijn. Geleidende oplossingen (zoals
o
bloed of fysiologische zoutoplossing) die in direct contact staan met een actieve elektrode of zich in de buurt van een actieve elektrode
bevinden, kunnen elektrische stroom en/of hitte weg van het doelweefsel leiden en brandwonden bij de patiënt veroorzaken.
o
Gebruik de laagst mogelijke stroominstelling.
o
Pas korte activeringstijden toe. Als een lange activeringstijd nodig is, zorgt u dat er tijd tussen de activeringen zit, zodat het
weefsel onder de patiëntenplaat kan afkoelen.
o
Gebruik bij de Y-adapter twee patiëntenplaten.
o
Als u niet het gewenste chirurgische effect bereikt, stopt u en controleert u op de juiste uitzettings-/irrigatieoplossing en of de
patiëntenplaat goed contact maakt alvorens door te gaan met de elektrochirurgie of de stroominstelling te verhogen.
3. Een geschikte plaats kiezen
U kunt het volgende doen om het risico op brandwonden en druknecrose te verminderen:
• Kies een glad, gespierd gebied met veel bloedvaten dicht bij de operatieplaats waar de patiëntenplaat volledig contact maakt met de huid.
• De plaats moet schoon en droog zijn en mag geen haar bevatten. Verwijder het haar op het toepassingsgebied.
• Plaats de patiëntenplaat dichter bij de operatieplaats dan bij de ECG-elektroden.
• Zorg dat de patiënt geen metalen sieraden om heeft.
• Vermijd plaatsing boven botuitsteeksels, metalen prothesen of littekenweefsel.
• Vermijd plaatsing waarbij de stroom door een metalen prothese of geleidend implantaat stroomt. Als een patiënt een geïmplanteerd apparaat
heeft, dient u contact op te nemen met de fabrikant van het apparaat voor voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van interferentie.
• Vermijd de plaatsing van platen over chirurgische preparatieoplossingen met jodium (betadine, povidonjodium enzovoort).
• Breng de patiëntenplaat niet aan op een plaats waar vloeistoffen zich kunnen ophopen.
• Breng de patiëntenplaat niet aan boven een injectieplaats.
• Kies een geschikte plaats die zich niet in de buurt van een warmtebron bevindt.
• Plaats de patiëntenplaat niet onder de patiënt. Op plekken die door gewicht worden belast, is de bloedstroom beperkt waardoor
de prestaties van de patiëntenplaat kunnen verminderen.
• Plaats de patiëntenplaat niet over spleten in de huid zoals over de billen of de spleten tussen de armen en het lichaam.
f
8