Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Yonos GIGA2.0-I/-D • Ed.01/2023-03
LET OP
De magneet aan de binnenkant van de motor vormt geen gevaar voor
personen met pacemakers, zolang de motor niet is geopend of de rotor is
gedemonteerd. De glijringafdichting kan zonder gevaar worden vervan-
gen.
Demontage:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding!
Bij hoge mediumtemperaturen en systeemdruk de pomp eerst laten af-
koelen en de installatie drukloos maken.
1.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze tegen onbevoegd herinschakelen.
2.
Afsluiters voor en achter de pomp sluiten.
3.
Spanningvrijheid controleren.
4.
Werkbereik aarden en kortsluiten.
5.
Draai de bouten van de elektronicamodule los (Fig. I, pos. 3) en verwijder het bovendeel
van de elektronicamodule (Fig. I, pos. 2).
6.
Netaansluitkabel afkoppelen. Verwijder, indien aanwezig, de kabel van de verschil-
druksensor op de verschildruksensor.
7.
Maak de pomp drukloos door het ontluchtingsventiel (Fig. I, pos. 28) te openen.
LET OP
Aanbevolen wordt om de module te demonteren voordat de insteekset
wordt gedemonteerd, zodat de werkzaamheden gemakkelijker uitge-
voerd kunnen worden. (Zie het hoofdstuk „Elektronicamodule vervan-
gen" [" 428]).
8.
Laat 2 transportogen (Fig. I, pos. 30) op de motorflens zitten.
9.
Bevestig de insteekset ter beveiliging met geschikte hijsmiddelen aan de transporto-
gen (Fig. 6).
⇒
Uitvoering DN 32...DN 80, Fig. I
10. Verwijder de insteekset (zie hoofdstuk „Beschrijving van de pomp" [" 333]) door de
flensschroeven (Fig. I, pos. 29) van het pomphuis los te draaien.
LET OP
Voorkom dat bij het bevestigen van de hijsmiddelen de kunststof onder-
delen zoals het bovenstuk van de module worden beschadigd.
11. Met het verwijderen van de schroeven (Fig. I, pos. 29) wordt ook de verschildruksensor
losgemaakt van de motorflens. Laat de verschildruksensor (Fig. I, pos. 8) met fixatie-
plaatje (Fig. I , pos. 13) aan de drukmeetleidingen (Fig. I, pos. 7) hangen.
12. Haal de O-ring (Fig. I, pos. 19) eraf.
13. Trek de voorste borgring (Fig. I, pos. 36a) van de as.
14. Trek de waaier (Fig. II, pos. 21) van de as af.
15. Trek de achterste borgring (Fig. I, pos. 36b) van de as.
16. Trek de afstandsring (Fig. I, pos. 20) van de as.
17. Trek de mechanische afdichting (Fig. I, pos. 25) van de as.
18. Tegenring (Fig. I, pos. 26) van de mechanische afdichting uit de zitting in de motorflens
drukken en de zittingvlakken reinigen.
nl
423