|
nl
Instrumentinstellingen
Voor de vervanging van de accu het technische handboek
raadplegen.
De accu maakt deel uit van de onderbehuizing. Het opladen
van de accu is mogelijk met en zonder gasmeetinstrument.
1. Gasmeetinstrument of alleen de onderbehuizing met accu
in de lader plaatsen.
Het gasmeetinstrument wordt automatisch
uitgeschakeld (fabrieksinstelling). De groene LED van
de voedingseenheid knippert.
Typische laadtijd na een arbeidsduur van 8 – 10 h: ca. 4 h
Typische laadtijd bij een lege accu: ca. 10 uur
Als de accu volledig leeg is, moet het apparaat eventueel
max. 16 uur in de lader opgeladen worden.
Zodra het gespecificeerde temperatuurbereik (5 tot 35 °C)
wordt verlaten, wordt het laden automatisch onderbroken,
waardoor de laadtijden worden verlengd. Na terugkeer in het
temperatuurbereik wordt het laden automatisch hervat.
WAARSCHUWING
Geen meting!
Treedt er tijdens het gebruik van het gasmeetinstrument in de
lader een spanningsafval van > 1 s in de externe
stroomtoevoer op, schakelt het gasmeetinstrument uit.
► Voor een ononderbroken stroomvoorziening zorgen (geldt
niet als de optionele instelling is geselecteerd, dat het
gasmeetinstrument in de lader niet automatisch wordt
uitgeschakeld). Als geen ononderbroken
stroomvoorziening kan worden gewaarborgd, dan op
geregelde tijden controleren dat het gasmeetinstrument is
ingeschakeld (b.v. aan de hand van het optische en
akoestische bedrijfssignaal).
Benaming en omschrijving
Inductielader, voor het laden
van 1 gasmeetinstrument
Adapter, voor stekkerlader
Stekkerlader voor het laden
van 1 gasmeetinstrument
Stekkerlader voor het laden
van 5 gasmeetinstrumenten
Stekkerlader 100-240 VAC;
1,33 A voor het laden van
max. 5 gasmeetinstrumenten
(adapter 83 25 736 beno-
digd)
Stekkerlader 100-240 VAC;
6,25 A voor het laden van
max.
20 gasmeetinstrumenten
(adapter 83 25 736 beno-
digd)
Vtg-aansluitkabel 12 V / 24 V
voor het laden van
1 gasmeetinstrument
178
Benaming en omschrijving
Vtg-aansluitkabel 12 V / 24 V
voor het laden van max.
5 gasmeetinstrumenten
(adapter 83 25 736 beno-
digd)
Vtg-houder
(adapter 83 25 736 en vtg-
aansluitkabel 83 21 855
benodigd)
5.7
Het gasmeetinstrument vergt geen speciaal onderhoud.
Bij sterke verontreiniging, het gasmeetinstrument met koud
water afspoelen, zo nodig een spons gebruiken. Het
gasmeetinstrument met een doek droogwrijven.
AANWIJZING
Beschadiging van het gasmeetinstrument!
Ruwe reinigingsvoorwerpen (bijv. borstels),
reinigingsmiddelen en oplosmiddelen kunnen de stof- en
waterfilters onherstelbaar beschadigen.
► Het gasmeetinstrument uitsluitend met koud water en zo
► Als de gasinlaten door de pompadapter zijn beschermd,
De schouderriem kan gewassen worden met water zonder
wasmiddel in een waszak in een (industriële) wasmachine.
6
Bestelnr.
Alleen opgeleid, competent en deskundig personeel mag de
83 25 825
apparaatinstellingen wijzigen.
Voor verdere informatie zie het technisch handboek.
83 25 736
83 16 997
6.1
Afwijkende instellingen kunnen bij bestelling klantspecifiek
83 16 994
worden geselecteerd. De instelling kan met de PC-software
Dräger CC-Vision worden gecontroleerd en gewijzigd.
83 21 849
verzending op het gasmeetinstrument worden gecontroleerd
om er zeker van te zijn dat de waarden juist zijn verzonden.
Parameters die niet op het gasmeetinstrument kunnen
worden bekeken, moeten na wijziging met behulp van de PC-
83 21 850
software Dräger CC-Vision worden uitgelezen en
gecontroleerd.
Functie
Verse lucht kalibratie zonder
wachtwoord
45 30 057
Bumptest zonder wacht-
woord
Reiniging
nodig een spons reinigen.
kan ook een zachte borstel worden gebruikt om het
apparaat te reinigen. Ervoor zorgen dat de gasinlaat vrij is
na het reinigen.
Instrumentinstellingen
Fabrieksinstellingen
De gewijzigde parameterinstellingen moeten na de
Gebruiksaanwijzing
Bestelnr.
83 21 855
83 27 636
Instelling
Aan
Uit
®
|
X-am
8000