j) Controleren van de looprichting van het rolroer
Nadat u reeds voor de montage van het onderste draagvlak de stand van de beide rolroervlakken controleerde (zie deel 11a), moet u nu nog alleen de correcte
looprichting van het rolroer controleren.
Stel eerst de zender en vervolgens het model in werking. De trimhefboom voor het rolroer (zie afb. 2, positie 5) moet in de middenpositie staan. Indien het linker
rolroer (1) of het rechter rolroer (2) licht naar boven of naar onder wijzen, kunt u door verdraaien van de betrokken vorkkop de vereiste lengte van de roerbesturing
precies instellen en zo het rolroer exact afregelen (zie ook afb. 5b en 5c).
Indien u de rechter stuurknuppel van de zender (zie afb. 2, pos. 4) naar links drukt, dan moet het linker rolroer (1) ong. 1,2 cm naar boven en het rechter rolroer
(2) ong. 1,2 cm naar beneden uitslaan.
Indien u de rechter stuurknuppel van de zender (zie afb. 2, pos. 4) naar rechts drukt, dan moet het linker rolroer (1) ong. 1,2 cm naar beneden en het rechter