OPMERKING
Als één of beide wielen vervangen moeten
worden, verzeker u er dan van dat eventuele verschillen in de buiten-
diameter niet groter zijn dan 8-10 mm; anders moet de uitlijning van
het maaidek afgesteld worden om te voorkomen dat het gras onre-
gelmatig gemaaid wordt.
BELANGRIJK
Alvorens een wiel te hermonteren, de wielas
met vet insmeren. De elastische ring (1) en de borgring (2) weer pre-
cies op hun plaats zetten.
6.3.4 De banden repareren of vervangen
De banden zijn "Tubeless" en iedere vervanging of reparatie als gevolg
van een lek dient dan ook door een vakman uitgevoerd te worden vol-
gens de, voor dit type banden, geldende voorschriften.
6.3.5 De koplampen vervangen (indien voorzien)
De koplampen (18W) zijn door middel van een bajonetfitting in de lamp-
houder gedraaid. De lamphouder kan verwijderd worden door deze met
behulp van een tang tegen de klok in te draaien.
6.3.6 Een zekering vervangen
De machine is uitgerust met een aantal zekeringen (1) met verschillend
vermogen en met de volgende functies en kenmerken:
– Zekering van 10 A = bescherming van de algemene stroomcircuits en
het vermogen van de elektronische kaart; het in werking treden van
deze zekering veroorzaakt de stilstand van de machine. Tevens gaan
alle lampjes uit op het dashboard.
– Zekering van 25 A = bescherming van het laadcircuit; wanneer deze
zekering in werking treedt, verliest de accu geleidelijk aan zijn lading
en ontstaan problemen bij het starten.
Elektrische start
Zekering van 15 A
–
= bescherming
van het circuit van
de startmotor.
Wanneer deze
zekering in wer-
king treedt kan de
kantelinrichting
van de zak niet
elektrisch gestart
worden; de zak
moet geledigd
worden met de
hendel (indien ge-
monteerd).
Het vermogen van de
1
zekering is aangegeven
op de zekering zelf.
1
NL
33