KS – Sleutelschakelaar stabiel
12
13
AM – Anti mask
14
FB – Forbikobler
2. Aanvullend op de zone-eigenschap voert u in, voor
welk bereik deze zone bewaakt moet worden. De
uitleg over de bereiken vindt u op pagina 20 in deze
handleiding. Gebruik het toetsenbord om het bereik te
programmeren en druk op:
Deze zone is bewaakt als het bereik A
E
geactiveerd werd.
In het LCD- display staat: a
Deze zone is bewaakt als het bereik B
B
geactiveerd werd.
In het LCD- display staat: b
Deze zone is bewaakt als het bereik C
C
geactiveerd werd.
In het LCD- display staat: c
Deze zone is bewaakt als het bereik D
d
geactiveerd werd.
In het LCD- display staat: d
,
3. Naast de zone-eigenschap en het bereik waarin
de zone bewaakt moet worden, is er nog een
zoneattribuut. Gebruik het toetsenbord om de
zoneattributen te programmeren en druk op:
B – Deurbel
De centrale genereert elke keer een
signaal op het bedieningselement en de
luidspreker als een zone met dit
zoneattribuut geactiveerd wordt. Dit
X1
geldt alleen als de
inbraakalarminstallatie uitgeschakeld is.
Dit zoneattribuut staat voor zones met
de eigenschap Onmiddellijk, In-
/uitgang, Ing. volgend en trillingsmelder
ter beschikking.
T – Meldertest
Zones met dit zoneattribuut zijn in één
testfunctie. U gebruikt deze testfunctie
X2
als u van mening bent dat een melder
een vals alarm zou kunnen activeren.
Deze zone gaat in een 14-daagse test.
Activeert deze zone binnen deze 14
dagen, dan wordt er geen alarm
afgegeven. De melder wordt uit de
bewaking genomen en er volgt een
melding in het display.
Activeert de zone binnen de 14 dagen
niet, dan wordt de zonetest afgesloten,
het zoneattribuut gewist en de zone
werkt weer normaal.
Dit zoneattribuut staat voor zones met
de eigenschap Onmiddellijk, Ingang
volgend, Techniek en Trillingsmelder ter
beschikking.
D – Zonekoppeling
Zones met dit zoneattribuut activeren
pas een alarm als nog een zone binnen
een tijdvenster van 5 minuten activeert
of als een zone minimaal 10 seconden
geopend is (bijv.: magneetcontacten).
Deze functie reduceert valse alarmen
X3
door afzonderlijke melders tot een
minimum, maar kan onder bepaalde
omstandigheden ertoe leiden dat een
inbraak pas laat of helemaal niet
herkend wordt.
Dit zoneattribuut staat voor zones met
de eigenschap Onmiddellijk of Ingang
volgend ter beschikking.
O – Zoneblokkeringen
Zones met dit zoneattribuut kunnen
X4
door de gebruiker handmatig
geblokkeerd en uit de bewaking
uitgeschakeld worden.
4. Naast de zone-eigenschappen en zone-attributen
kunt u bij sommige zone-eigenschappen nog
aanvullende instellingen verrichten. Zo moet u bij
een in-/uitgangszone en de ing. volgend zone de
ingangsvertragingstijd vastleggen en bij de zone
trillingsmelder de gevoeligheid ervan. Gebruik het
toetsenbord om aanvullende eigenschappen te
programmeren en druk op:
Bij zones met de zone-eigenschap in-
X7
/uitgang of ing. volgend programmeert u
hiermee de overeenkomstige
45
NL