1.5. Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Het niet in acht nemen van deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen kan leiden tot
letsel bij de patiënt of beschadiging van de apparatuur. Ambu is niet aansprakelijk voor
schade aan het systeem of letsel bij de patiënt ten gevolge van verkeerd gebruik.
WAARSCHUWINGEN
1.
De VivaSight 2 SLT niet intuberen, herpositioneren of extuberen zonder de cuff
volledig leeg te laten lopen. Beweging van de VivaSight 2 SLT met een opgeblazen
cuff kan leiden tot trauma van het zachte weefsel.
2.
De oppervlaktetemperatuur van de VivaSight 2 SLT kan hoger worden dan
43 °C wanneer de tube buiten de patiënt wordt geplaatst. Schakel daarom het
weergaveapparaat uit of koppel de VivaSight 2 SLT na de voorcontrole los van het
weergaveapparaat. Schakel het weergaveapparaat onmiddellijk voor gebruik weer
in of sluit de tube weer aan om het risico op weefselbeschadiging te voorkomen.
3.
Gebruik geen ander intubatiestilet dan die meegeleverd is. Het gebruik van een
stilet dat buiten de tip van de tube uitsteekt, kan tijdens de intubatie schade aan de
stembanden veroorzaken.
4.
Zorg ervoor dat kabels en tubes van de VivaSight 2 SLT tijdens intubatie en gebruik
niet op de ogen van de patiënt vallen, omdat dit oogletsel kan veroorzaken.
5.
De beelden van de VivaSight 2 SLT-camera mogen niet worden gebruikt voor
diagnostische doeleinden. Dit kan leiden tot een onjuiste of ontbrekende diagnose
of schade aan het slijmvlies of weefsel door overmatige beweging van de tube.
6.
De druk op de cuff mag niet hoger zijn dan 30 cmH
de cuff schade kan toebrengen aan het tracheale slijmvlies.
7.
Gebruik de VivaSight 2 SLT niet met ontvlambare anesthesiegassen of -middelen
in de onmiddellijke omgeving van de VivaSight 2 SLT, aangezien dit kan leiden tot
letsel van de patiënt, schade aan de VivaSight 2 SLT of een verstoord beeld op het
weergaveapparaat.
8.
Gebruik de VivaSight 2 SLT niet met laserapparatuur of elektrochirurgische apparatuur
in de onmiddellijke omgeving van de VivaSight 2 SLT, aangezien dit kan leiden tot
letsel van de patiënt, schade aan de VivaSight 2 SLT of een verstoord beeld op het
weergaveapparaat.
9.
De patiëntlekkagestromingen zijn mogelijk additief en te hoog bij het gebruik
van een geactiveerde endoscoop in VivaSight 2 SLT. Alleen geactiveerde endoscopen
met de classificatie toegepast onderdeel 'type CF' of 'type BF' mogen met de VivaSight
2 SLT worden gebruikt om de totale patiëntlekkagestroming te minimaliseren.
10. Probeer de VivaSight 2 SLT niet te reinigen en opnieuw te gebruiken; het is een
apparaat voor eenmalig gebruik. Hergebruik van het product kan leiden tot
besmetting, wat infecties kan veroorzaken.
11. Probeer de adapterkabel niet opnieuw te gebruiken bij een andere patiënt; het is een
apparaat voor gebruik bij één patiënt. Hergebruik van de adapterkabel kan leiden tot
besmetting, wat infecties kan veroorzaken.
12. Gebruik het product niet als de voorbereiding en inspectie (paragraaf 4.1) van het
product mislukt, omdat dit letsel bij de zorgvrager kan veroorzaken.
13. Gebruik VivaSight 2 SLT enkel in combinatie met standaard connectors van 15 mm
voor aansluiting op beademingsapparatuur en -systemen, om ontoereikende
beademing te vermijden.
14.
VivaSight 2 SLT is geclassificeerd als MR-onveilig. Het wordt aanbevolen om de
patiënt opnieuw te intuberen met een alternatief MR-voorwaardelijk product als een
MRI-scan klinisch geïndiceerd is.
15. In gevallen van obstructie van de bovenste luchtwegen als gevolg van pathologie
of vreemde lichamen, neemt het risico op het falen van intubatie toe. Overweeg een
andere methode of een ander hulpmiddel.
210
O, omdat te hard opblazen van
2