Voorafgaand aan het in bedrijf nemen
11
Beknopte gebruiksaanwijzing
Schakel het lasapparaat bij de volgende
werkzaamheden via de hoofdschakelaar uit:
voorafgaand aan het monteren of demonteren
van de laspistool, van het slangenpakket, van
de uitbreidingskoffer of van een hulpaandrij-
ving.
Als u deze instructies negeert, kunnen storin-
gen ontstaan of kunnen elektronische compo-
nenten defect raken.
Een uitvoerige omschrijving vindt u in het
i i
hoofdstuk "Voorafgaand aan het in bedrijf ne-
men blz. 126 en in het hoofdstuk. "In bedrijf
nemen" blz. 117.
 Beschermgasfles 21 op de installatie plaatsen en met vei-
ligheidketting 23 borgen.
 Neem de schroefkap van fles 21 met bescherm weg en
open kortstondig klep 55 van de gasfles (afblazen).
 Sluit drukreductor 20 aan op de fles met bescherm.
 Sluit gasslang 22 van de lasinstallatie aan op de drukre-
ductor. Open de fles met beschermgas.
 Plaats netstekker 25 in de contactdoos.
 Werkstukkabel 2 op massa 1 (–) aansluiten en massaklem
26 aan werkstuk bevestigen.
 Steek lasdraadtoevoerrol 48 overeenkomstig de gekozen
lasdraad op de toevoermodule, zet de aandrukkracht in
stand 2.
12
Voorafgaand aan het in bedrijf nemen
12.1
Omschakeling van de installatie naar
metrische/Amerikaanse eenheden
Met deze functie kunt u de installatie omschakelen van me-
trische eenheden (standaard) naar Amerikaanse eenheden
(inch, inclusief temperaturen, debiet, A-hoogte...).
 Druk tegelijkertijd op de toetsen S12 ‚Omlaag' en S13 ‚Om-
hoog' .
9 Op het ‚Multifunctionele display' S2 wordt het menu ‚Ex-
tra's' weergegeven.
 Druk zo vaak op de toets S9 ‚Gassoort' totdat het menu 6
‚Functieblokkering' wordt weergegeven.
 Druk tegelijkertijd op de toetsen S12 ‚Omlaag' en S13 ‚Om-
hoog' .
9 U bevindt zich in het menu 6 ‚Functieblokkering' .
 Druk op de toets S9 ‚Gassoort' .
Als de vraag ‚Parameter wijzigen' verschijnt, bevestigt u
met de toets S13 ‚Omhoog' .
 Stel nu met de toets S9 ‚Gassoort' de code 670 in.
 De code met de toets S12 ‚Omlaag' bevestigen.
9 Op het display verschijnt kort de opmerking ‚US units On' .
Wanneer u weer naar metrische eenheden wilt resetten:
 Druk tegelijkertijd op de toetsen S12 ‚Omlaag' en S13 ‚Om-
hoog' .
01.21
 Sluit laspistool 19 aan (centrale bus 11, koelmiddelaanslui-
tingen 36 rood-blauw) en monteer het stroommondstuk
overeenkomstig de geselecteerde lasdraad monteren.
 Steek de lasdraad in.
 Hoofdschakelaar 27 inschakelen.
 Druk op toetsen S13 en S9 "Soort gas" (de magneetklep
wordt ingeschakeld) en stel op de drukreductor de hoe-
veelheid gas in (zie „20.1 Richtwaarden voor hulpmateria-
len" op blz. 135).
 Houd draadinlooptoets 45 ingedrukt tot de lasdraad op
de hals van de laspistool ca. 20 mm uit het gasmondstuk
steekt.
 Selecteer het te lassen materiaal via toets S3.
 Selecteer de diameter van de lasdraad via toets S6.
 Selecteer de soort beschermgas via toets S9.
 Selecteer de tweetaktmodus via toets S24.
 Druk toets S19 zo vaak in totdat de middelste meldlamp
S20 voor de materiaaldikte oplicht. Stel via draai-impuls-
gever S23 de dikte van het te lassen materiaal in.
 Pistoolknop ingedrukt houden = lassen.
 Pistooltoets loslaten = lassen stopt.
 Zo nodig kunt u de lengte van de vlamboog corrigeren via
draai-impulsgever S16,
9 U bevindt zich in het menu 6 ‚Functieblokkering' .
 Druk op de toets S9 ‚Gassoort' .
 Stel nu met de toets S9 ‚Gassoort' de code 671 in.
 De code met de toets S12 ‚Omlaag' bevestigen.
Op het display verschijnt kort de opmerking ‚US units Off' .
12.2
Aansluiten van de laspistool
 Sluit centrale stekker 35 van laspistool 19 aan op de cen-
trale toestelcontrastekker 11.
Uitsluitend bij apparaten met waterkoeling:
 Koppel koelmiddelaansluiting 36 van de laspistool aan
toevoerleiding 8 en aan retourleiding 7 voor het koelmid-
del. Let hierbij op de kleurcodes.
– Rood = retourleiding 7 voor het koelmiddel
– Blauw = toevoerleiding 8 voor het koelmiddel
909.2599.9-06
- 113 -