Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
Contactdoos en verlengkabel moeten een functionerende
aardleider hebben.
Draag beschermende kleding, lederen handschoenen en
lederen lasschort.
Scherm de arbeidszone af met verplaatsbare wanden of
gordijnen.
Ontdooi geen bevroren buizen of leidingen met behulp
van een lasapparaat.
Gebruik in afgesloten reservoirs, in enge ruimten en bij
verhoogd elektrisch risico, uitsluitend met het S-kenmerk.
Schakel het lasapparaat uit en sluit de afsluiter van de gas-
fles tijdens pauzes.
Gebruik de borgketting om te voorkomen dat de gasfles
omvalt.
Trek de netstekker uit de contactdoos, voordat u van op-
stelplaats verandert of als werkzaamheden aan het lasap-
paraat wilt uitvoeren.
Neem de voor uw land geldende voorschriften betreffende
het voorkomen van ongevallen in acht. Wijzigingen voorbe-
houden.
4
Omgevingscondities
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
tijdens bedrijf: -10 °C ... +40 °C (+14 °F ... +104 °F)
tijdens transport
en opslag: -25 °C ... +55 °C (-13 °F ... +131 °F)
Relatieve luchtvochtigheid:
tot 50 % bij 40 °C (104 °F)
tot 90% bij 20 °C (68 °F)
Gebruik, opslag en transport mogen uitsluitend
binnen de aangegeven grenswaarden plaats-
vinden! Het gebruik buiten deze grenswaarden
geldt als niet beoogd. De fabrikant is niet aan-
sprakelijk voor daaruit voortkomende schade.
De omgevingslucht mag geen stof, zuren, corrosieve gassen
of andere schadelijke stoffen bevatten!
5
Beoogd gebruik
Het apparaat is bestemd voor het lassen van staal, aluminium
en legeringen zowel voor commerciële als industriële toepas-
singen.
6
Toestelveiligheid
Het lasapparaat is elektronisch beveiligd tegen overbelasting.
Gebruik geen zekeringen voor een hoger stroomsterkte dan die
welke vermeld staan op het typeplaatje van het lasapparaat.
Sluit voordat met het lassen wordt begonnen het zijdeksel.
7
UVV-controle
De eigenaar/gebruiker van professioneel te gebruiken lasap-
paratuur is afhankelijk van de inzet deze apparatuur perio-
diek te onderwerpen aan een veiligheidsinspectie conform
01.21
EN 60974-4. Lorch adviseert een inspectie-interval van twaalf
maanden.
Voer ook na wijzigingen of herstel van de apparatuur een vei-
ligheidsinspectie uit.
Ondeskundig uitgevoerde veiligheidsinspec-
ties kunnen leiden tot onherstelbare schade
aan de installatie. Meer informatie over veilig-
heidsinspecties is verkrijgbaar bij de geautori-
seerde onderhoudssteunpunten van Lorch.
8
Geluidemissie
Het geluiddrukniveau van het lasapparaat is lager dan 70
dB(A), gemeten bij een normlast volgens EN 60974-1 bij maxi-
maal arbeidspunt.
9
Elektromagnetische compatibili-
teit (EMC)
Dit product voldoet aan de actueel geldende EMC-normen.
Let bij het gebruik op het volgende:
Lasapparaten kunnen door hun hoge stroomverbruik storin-
gen veroorzaken in het openbare elektriciteitsnet. De aan-
sluiting op het elektriciteitsnet is dan ook onderworpen aan
eisen betreffende voor de maximaal toelaatbare netwer-
kimpedantie. De maximaal toelaatbare netwerkimpedantie
(Zmax) van het koppelvlak met elektriciteitsnet (netaanslui-
ting) staat vermeld in de technische gegevens. Houd zo no-
dig ruggespraak met uw elektriciteitsdistributiebedrijf.
Het lasapparaat is zowel bestemd voor het lassen in com-
merciële als industriële omgevingen (CISPR 11 klasse A).
Bij gebruik in andere omgevingen (bijv. woongebieden)
kunnen andere elektrische apparaten worden gestoord.
Tijdens de inbedrijfstelling kunnen elektromagnetische
problemen ontstaan in:
– elektriciteitsleidingen, stuurkabels, signaal- en tele-
communicatieleidingen in de nabijheid van het las- of
snijapparaat,
– televisie- en radiozenders en dito ontvangers,
– computers en andere stuurschakelingen,
– beveiligingen van bedrijfsgebouwen en dergelijke
(bijv. alarminstallaties),
– hartgangmakers en gehoorapparaten,
– kalibreer- en meetinstrumenten,
– in apparaten met te lage stoorvastheid.
Extra afschermingen kunnen vereist zijn als andere voorzie-
ningen in de omgeving storingen ondervinden.
De te beoordelen omgeving kan zich uitstrekken tot voor-
bij de grenzen van het perceel. Dit is mede afhankelijk van
de constructie van het gebouw en andere werkzaamhe-
den die daar plaatsvinden.
Gebruik het lasapparaat conform de gegevens en aanwijzin-
gen van de fabrikant. De eigenaar/gebruiker is verantwoorde-
lijk voor het installeren en voor het juiste gebruik van het las-
apparaat. Als zich elektromagnetische storingen voordoen, is
de eigenaar/gebruiker (ev. met technische assistentie van de
fabrikant) verantwoordelijk voor het verhelpen ervan.
909.2599.9-06
- 111 -