11. Bediening
a) Functies van de toetsen
1. Hoofdfuncties
Toets
T1
T2
T3
2. Basisbediening
Het apparaat wordt bediend door kort of lang op de drie toetsen te drukken:
• Korte toetsdruk: <1 seconde indrukken
• Lange toetsdruk: >3 seconden indrukken
Als er ca. 10 seconden lang op geen enkele toets gedrukt wordt, zal het apparaat weer naar
de basisaanduiding terugkeren. De laatst gekozen instelling zal op het display blijven staan
(behalve de configuratie aanduidingen).
b) Veld kiezen
• Bij de basisaanduiding zullen bij korte toetsdrukken alleen aanduidingen in het bovenste
veld gekozen worden (veld A, zie hoofdstuk 9).
• Als u naar het onderste veld wilt overschakelen (veld B, zie hoofdstuk 9), drukt u zo lang
op een toets tot er een aanduiding in het onderste veld knippert. Druk opnieuw lang op de
toets om weer naar veld A terug te keren.
c) Sensor kiezen
1. T1 kort indrukken
• De sensor van het actuele veld wordt met elke toetsdruk verhoogd.
• Het sensoradres knippert tot er een andere toets ingedrukt wordt of tot er 10 seconden
verstreken zijn zonder dat er een toets ingedrukt wordt.
De gegevens van de gekozen sensor worden nu weergegeven.
80
Naam
Hoofdfunctie
"SENSOR"
Sensorkeuze
"ENERGY"
Energie/volume; kosten
"POWER"
Vermogen/piekvermogen (behalve gasmeter sensor)