nederlands
Pas op
Bij het laten zakken of omhoog halen
van de pomp mogen geen personen
in de schacht aanwezig zijn. De pomp
altijd aan de hijsketting laten zakken
of omhoog halen, hiervoor nooit de
elektrische voedingskabel gebruiken.
De neergelaten pomp (Pos 1) koppelt zich automatisch
aan de koppelingsvoet (Pos 2).
4.1.2 Natte opstelling met voetring (Bf 12)
Afb. 9
Afmetingen zie hoofdstuk 13
1. De voetring (pos 3) met de meegeleverde schroeven
aan de zuigstomp van de pomp (pos 1) bevestigen.
2. De hijsketting (pos 4) aan het oog bovenop de pomp
inhaken. De pomp (pos 1) met voetring (pos 3)
langzaam, met behulp van voldoende hijsmiddelen
in de schacht laten zakken en uitrichten.
3. De persbocht (pos 7) op de persaansluiting
van de pomp monteren
4. Persleiding (pos 5) aan de persbocht (pos 7)
spanningsvrij monteren en voldoende verankeren.
5. Armaturen (pos 8) conform de voorschriften
monteren (zie ook afb. 5).
6. De hijsketting (pos 4) bovenin de pompschacht
bevestigen en tegen vallen beveiligen.
7. Aansluitkabel van de pompmotor met trekontlasting
met voldoende lengte in de schacht hangen.
Let op, dat de kabel niet geknikt of beschadigd
kan worden.
4.1.3 Droge opstelling (Bf 13 / Bf 16)
Voor de opstelling van de pompen buiten de schacht
moet een zuigleiding aan de zuigstomp van de pomp
aangesloten worden. Voor de droge opstelling zijn
alleen de uitvoeringen met interne mantelkoeling van
de motor geschikt.
74
De opstelling van de pomp is zowel horizontaal
als verticaal mogelijk.
1. Pompsteun cq. voetring aan de pomp monteren.
2. Positie van de pomp op de vloer aftekenen,
boren en met voldoende zware bevestigingsbouten
verankeren.
3. Zuig- en persleiding met armaturen conform
de voorschriften spanningsvrij monteren.
4.1.4 Montage van de vlotters
Afb. 10
Z
70
219369_00
Afmetingen zie hoofdstuk 13
De wandhouders (pos Z, afb. 6 of afb. 9) voor
de vlotters moeten bovenin de schacht, vanuit het
schachtdeksel bereikbaar, worden bevestigd
(servicevriendelijk).
– De vlotter «pomp uit» (onderste vlotter)
moet conform de parameter S3 (zie «technische
gegevens») ingesteld worden. Bij kleine schachten
en overal waar oververhitting van de motor
uitgesloten kan worden, mag de vlotter «pomp uit»
tot 5 cm boven de zuigopening van de pomp
geplaatst worden.
– De vlotter «pomp in» (middelste vlotter) moet zo
ingesteld worden dat tussen «pomp in» en
«pomp uit» minimaal het nuttig volume aanwezig is.
Dat wil zeggen, de pomp heeft minimaal een minuut
nodig om het nuttig volume weg te pompen.
Bij het vaststellen van het nuttig volume moet
het maximale aantal schakelingen per uur
(zie «technische gegevens») in acht genomen
en aangehouden worden.
– De vlotter «niveau hoog» moet iets boven de vlotter
«pomp in» aangebracht worden, zodat een groot
deel van het reservevolume bij een alarmmelding
nog beschikbaar is.
– Extra informatie vindt u in de montage aanwijzing
niveauregelaars 08 0515.2006
Belangrijk: Na elke wijziging van de vlotterschakelaar
bevestiging moet beslist de goede werking van de
niveauregelaars door een testrun gecontroleerd worden.