4.4
Bedieningskast
Alle functies van het hefsysteem worden geregeld vanaf de bedieningskast op de
hefbrug.
Bedien het paneel alleen d.m.v. de vingertoppen. Bediening met scherpe
voorwerpen (zoals schroevendraaiers) kan schade en storing tot gevolg hebben.
4.4.1
Nooduitschakelknop
Als de nooduitschakelknop wordt ingedrukt, stoppen onmiddellijk alle bewegingen
(heffen of dalen).
4.4.2
Inschakelen
Elke kolom heeft een hoofdschakelaar. Deze schakelaar heeft twee standen:
0 (OFF)
Hierdoor wordt de stroomtoevoer naar de hefkolom onderbroken.
1 (ON)
Hierdoor wordt de stroomtoevoer naar de hefkolom ingeschakeld.
Zie paragraaf
4.4.3
Identificatie
Een id-sleutel identificeert alleen de operator. De ingenieur kan daarmee een aantal
kolommen gebruiken. Het is daarom handig om alle monteurs hun eigen id-sleutels te
geven, zodat ze zelf naar behoefte kolommen kunnen koppelen.
De id-sleutels hebben unieke, individuele identificatiecodes, zodat verschillende
sleutels kunnen worden gebruikt om tegelijk probleemloos meerdere sets te starten.
Zie de paragraaf
Gebruikershandleiding (Versie 0)
Inschakelen (on page 258)
Identificatie (on page 259)
1. Noodstopknop
2. Instellingen- en informatiescherm
3. [OMHOOG]-knop
4. [OMLAAG]-knop
5. [ONTGRENDELEN]-knop
6. Selecteren-knop
7. Id-sleutel en lezer
NOTE
voor de volledige inschakelprocedure.
voor de volledige identificatieprocedure.
240
Draadloos ST 1130/1175-RW