Reiniging En Onderhoud; A) Opmerkingen Over Het Reinigen; Onderhoudswerkzaamheden - Reely 23 31 71 Bedienungsanleitung



17. Reiniging en onderhoud

a) Opmerkingen over het reinigen

• Verwijder na het rijden stof en vuil van het gehele voertuig. Gebruik bijv. een lange schone kwast en een
stofzuiger. Sprays met perslucht kunnen ook zeer nuttig zijn.
• U mag geen reinigingssprays of gewone schoonmaakmiddelen gebruiken. Hierdoor kan de elektronica
beschadigd worden en kunnen de kunststof onderdelen van het voertuig of de carrosserie verkleuren.
• Voor het schoonvegen van de carrosserie kunt u een zachte en lichtjes bevochtigde doek gebruiken. Wrijf
niet te hard. Anders blijven er krassen achter of wordt de lak beschadigd.
b) Onderhoudswerkzaamheden
• Met regelmatige tussenpozen moeten er onderhoudswerkzaamheden en functiecontroles bij het voer-
tuig uitgevoerd worden. Deze zorgen voor een stoorvrije werking en lange rijprestaties.
Door de trillingen van de motor en schokken tijdens het rijden kunnen er onderdelen en schroef-
verbindingen losraken. Controleer daarom of de wielmoeren en alle schroefverbindingen nog stevig vast-
zitten. Hetzelfde geldt voor de andere onderdelen van het voertuig.
• Controleer of de banden nog juist op de velgen zitten en of de vastgekleefde elementen nog goed vastzit-
ten.
• Alle kogellagers en de versnellingsbak in het voertuig zijn door de fabrikant voorzien van geschikte smeer-
middelen. Deze hoeven in de regel niet nagesmeerd te worden.
De scharnieren van het voertuig en de wiellagers moeten al naar het gebruik van het voertuig af en toe
gereinigd worden en opnieuw gesmeerd worden met geschikte smeermiddelen (verkrijgbaar in een
speciaalzaak). Hetzelfde geldt als aandrijfdelen of tandwielen vervangen worden.
• Kijk de kabel van de trekstarter regelmatig op slijtage na.
• Verwijder in ieder geval overtollige olie of vet aangezien op zulke plaatsen weer bijzonder snel stof afge-
zet zal worden. Bovendien wordt hierdoor het milieu verontreinigd!
• Behandel de motor na het gebruik met 'after run'-olie en bij langer niet-gebruik met conserveringsolie.
• Was het luchtfilter regelmatig en olie deze daarna weer met luchtfilterolie.
• Als er versleten of defecte onderdelen van het voertuig vervangen moeten worden, mag u alleen origi-
nele reserveonderdelen gebruiken die u via onze klantenservice kunt bestellen.
• Let erop dat er geen kabels geknikt of platgedrukt worden.
• Kijk het modelvoertuig en de afstandsbediening vóór elk gebruik op beschadigingen na. Indien u bescha-
digingen vaststelt, mag u het product niet meer gebruiken. Breng het naar een reparatiedienst!
U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het product duidelijke beschadigingen vertoont.
- het product niet meer werkt.
- het product langdurig onder ongunstige omstandigheden opgeslagen werd.
- het product aan zware transportbelastingen blootgesteld werd.
• Koppel de accu´s steeds los van de ontvanger als het voertuig niet gebruikt wordt. Haal de batterijen (of
accu´s) uit de afstandsbediening (zender).
153