Tanken met de jerrycan
Brandstofhoeveelheid voordien inschatten om het overlopen te
vermijden.
Watertank vullen
Vulopening
1
Symbool voor hefboomstand "vullen"
2
Symbool voor hefboomstand "gesloten"
3
Schakelhefboom
4
Niveau-indicatie
5
1. Sluiting van de vulopening openen.
2. Schakelhefboom op stand "vullen".
3. Watertoevoerslang aan de vulopening aanbrengen.
4. Watertank vullen.
Instructie
Om de terugzuiging te vermijden, mag de waterslang voor het
vullen van de watertank niet worden ingebracht.
5. Watertoevoer sluiten.
6. Watertoevoerslang verwijderen.
7. Sluiting van de vulopening sluiten.
8. Schakelhefboom op stand "gesloten".
Watertank vullen bij watercirculatiesysteem/recycling-
modus (optie)
Bij het watercirculatiesysteem (recycling-modus) wordt het water
direct in het vuilreservoir gevuld.
Watervulaansluiting (GEKA)
1
Bekleding, rechts
2
Waterafvoer (vulhoogte)
3
1. Rechter bekleding ontgrendelen en naar buiten draaien.
2. Afsluiting van de watervulaansluiting en waterafvoer verwijde-
ren.
3. Waterslang op watervulaansluiting aansluiten
4. Vuilreservoir met water vullen (max. 100 liter) tot er water uit
de geopende waterafvoer loopt.
5. Beide afsluitingen weer aanbrengen.
6. Bekleding sluiten.
7. Recyclingmodus op bedieningsconsole inschakelen.
364
GEVAAR
Gevaar voor beknelling
Let erop dat zich tijdens het werk geen personen in de buurt van
het knikscharnier of het voertuig bevinden.
Let er bij het gebruik van het voertuig als trekker op dat zich tij-
dens het werk geen personen tussen voertuig en aanhanger be-
vinden.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding
Gebruik het voertuig alleen wanneer alle beplatingen zijn aange-
bracht.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door oververhitte hydrauliekolie
of oververhitte motor
Stel bij te hoge hydrauliekolietemperatuur of bij te hoge koelmid-
deltemperatuur het motortoerental op stationair (motor niet afzet-
ten).
Voer de maatregelen in hoofdstuk Hulp bij storingen uit.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door tekort smering
Breng bij het oplichten van het waarschuwingslampje "motorolie-
druk" tijdens het werk het voertuig uit de gevarenzone, schakel
de motor onmiddellijk uit en verhelp de storing.
VOORZICHTIG
Verminderde stabiliteit door opbouw
Pas uw rijstijl aan.
De eerste 50/100 bedrijfsuren (inlooptijd)
● Rijd de eerste 100 bedrijfsuren voorzichtig en voorkom over-
belasting.
● Na 50 bedrijfsuren motorolie, motoroliefilter en hydraulische
oliefilter vervangen (door bevoegde klantenservice).
De parkeerrem heeft hydraulische druk nodig om te lossen. Bij
een uitgeschakelde motor wordt de rem automatisch bediend.
Bij een draaiende motor en de rijrichtingshendel op NEUTRAAL
is de parkeerrem eveneens aangetrokken.
Instructie
Het waarschuwingslampje in de multifunctionele indicatie "Par-
keerrem aangetrokken" brandt bij een aangetrokken parkeerrem.
Verwarming, ventilatie en airconditioning instellen
Regelaar voor aanjager
1
Regelaar voor airconditioning (optie)
2
Regelaar voor verwarming
3
1. Aan de 3 regelaars de instellingen voor ventilatie, verwarming
en airconditioning (optie) uitvoeren.
Nederlands
Werking
Parkeerrem