Bevestigingssysteem aanbrengen
GEVAAR
Verwurgingsgevaar door de veiligheidslijn en vei-
ligheidsriem
Er bestaat gevaar voor verwurging door de veiligheids-
lijn en veiligheidsriem.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van de veilig-
heidslijn en de veiligheidsriem.
1. Controleer voor elk gebruik de haspel, de veilig-
heidslijn, de veiligheidsriem, de zuignap en de kara-
bijnhaak op beschadigingen en vuil. Vervang
beschadigde onderdelen onmiddellijk. Reinig ver-
ontreinigde delen.
Afbeelding N
2. Controleer de blokkeerfunctie van de haspel door
de veiligheidslijn er met een ruk uit te trekken. Ver-
vang de haspel onmiddellijk, als de blokkeerfunctie
niet voorhanden is.
3. Controleer de veiligheidslijn op knopen en verdraai-
ingen, en verwijder deze indien voorhanden.
4. Bevestig de haspel indien mogelijk op het bovenste
deel van een aangrenzenzend glazen oppervlak. Dit
kan ook de binnen- of buitenzijde van het te reinigen
glazen oppervlak.
Afbeelding O
Instructie
Laat het raam of de deur open, als de veiligheidslijn
rond de raam- of deuromranding wordt geleid, anders
komt de veiligheidslijn vast te zitten en wordt de reini-
gingsrobot geblokkeerd.
Instructie
Als het alleen mogelijk is om deze op het te reinigen gla-
zen oppervlak te bevestigen, de haspel in de linker- of
rechterbovenhoek aanbrengen.
1. Zet de grijze hendel los.
Afbeelding P
2. Gebruik de zuignap om de haspel op het vooraf
gereinigde glazen oppervlak te drukken.
3. Span de grijze hendel.
4. Controleer de correcte bevestiging van de haspel.
5. Bevestig de veiligheidsriem op een geschikte, sta-
biele plaats (bijv. venstergreep, gordijnroede, muur-
of plafondhaak etc.).
Afbeelding O
LET OP
Maak de veiligheidsriem zodanig vast dat deze niet in
het bewegingsgebied van de reinigingsrobot kan ko-
men. Bij het er over heen rijden kan de reinigingsrobot
van het glazen oppervlak loskomen en naar beneden
vallen.
Maak het veiligheidssysteem altijd vast met de veilig-
heidsriem, alvorens de reinigingsrobot te gebruiken.
6. Trek de veiligheidslijn langzaam en gelijkmatig uit
de haspel.
Afbeelding Q
7. Hang de karabijnhaak in de lus van de reinigingsro-
bot.
8. Draai de gekartelde moer op de sluiting van de ka-
rabijnhaak vast.
WAARSCHUWING
Draai altijd de kartelmoer vast, anders kan de karabijn-
haak tijdens diverse bewegingen van de reinigingsrobot
losraken.
Reinigingsrobot op het glazen oppervlak
WAARSCHUWING
Levensgevaar, letsel en schade als de reinigingsro-
bot valt.
Als de accu leeg is, bij een storing of een ongeval en -
bij gebruik buitenshuis - bij harde wind of neerslag kan
de reinigingsrobot losraken van het glazen oppervlak en
vallen.
Gebruik de reinigingsrobot alleen met het meegelever-
de, functionele, onbeschadigde en correct aangebrach-
te veiligheidssysteem.
Houd altijd een voldoende groot gebied onder de reini-
gingsrobot vrij van mensen en huisdieren, zolang het
maar aan een glazen oppervlak blijft kleven.
Blijf altijd binnen hoor- en zichtbereik van de reinigings-
robot zolang deze in werking is om de gevarenzone vrij
te houden en om de reinigingsrobot indien nodig van het
glazen oppervlak te kunnen verwijderen.
Verwijder de reinigingsrobot van het glazen oppervlak
voordat de accu volledig leeg is, als er een storing dui-
delijk is of er een wordt aangegeven door akoestische
signalen, en - bij gebruik buitenshuis - bij te verwachten
harde wind of neerslag.
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door roterende aandrijfwielen
en reinigingsborstel.
Er bestaat verwondingsgevaar door beknelling van li-
chaamsdelen op de draaiende aandrijfwielen en de rei-
nigingsborstel.
Houd lichaamsdelen zoals vingers en haren en losse
kleding zoals stropdassen en sjaals uit de buurt van de
draaiende aandrijfwielen en de reinigingsborstel.
1. Controleer of de hoofdafdichting over de hele om-
trek correct in de opname op de reinigingsrobot is
bevestigd. Druk indien nodig de hoofdafdichting in
de opname.
Afbeelding G
2. De aan/uit-knop 1 s lang indrukken en 4 s wachten
tot de LED Accustatus de oplaadstatus van de accu
aangeeft.
3. Controleer de oplaadstatus van de accu.
LET OP
Plaats de reinigingsrobot alleen op het glazen opper-
vlak, als de LED Accustatus groen brandt, anders kan
de reinigingsrobotvallen!
Instructie
Controleer de laadstatus van de accu, alvorens de laad-
toestand van de accu te controleren.
Als de LED Accustatus rood brandt of knippert, is de
laadstatus onvoldoende voor een veilige werking en
zuigt de reinigingsrobot zich niet vast op het glazen op-
pervlak. Plaats de reinigingsrobot in het station om de
accu op te laden.
Als de LED Accustatus groen brandt, is de oplaadstatus
voldoende voor een veilig gebruik.
4. Plaats de reinigingsrobot voorzichtig met de hand-
greep verticaal uitgelijnd op het vooraf gereinigde
glazen oppervlak en houd hem vast tot hij stevig
vastzit en er een akoestisch signaal klinkt.
Afbeelding R
Instructie
Plaats de reinigingsrobot in het midden van het glazen
oppervlak en met een min. 20 cm afstand tot het kozijn.
5. Gewenste reinigingsprogramma: selecteren:
Nederlands
plaatsen
53