Installatie; Veiligheidsaanbevelingen; Controle En Omgeving - Wilo FireSet UL FM Einbau- Und Betriebsanleitung

7.2 Veiligheidsaanbevelingen

Zorg dat onbevoegden geen toegang hebben tot
de ruimte waarin de FireSet is geïnstalleerd!
WAARSCHUWING! Gevaar voor snijden!
De bescherming van draaiende onderdelen, rie-
men, hete oppervlakken etc. mag niet worden
verwijderd. Laat gereedschap of gedemon-
teerde onderdelen nooit op of rond de FireSet
liggen.
WAARSCHUWING! Risico op dodelijk letsel!
Verwijder de bescherming van delen onder
spanning niet. Zorg dat het op geen enkele wijze
mogelijk is een element te bedienen dat de
installatie of onderdelen ervan waaraan moet
worden gewerkt, isoleert.
GEVAAR! Risico op dodelijk letsel!
Neem maatregelen om het risico van elektrocu-
tie te vermijden. Controleer de aardaansluiting,
-aanwezigheid en -continuïteit en of er een
voorziening aanwezig is ter bescherming tegen
indirect contact (aardlekschakelaar). Gebruik
indien nodig de vereiste uitrusting voor werk-
zaamheden aan de installatie (isolerende hand-
schoenen, isolerende grondplaat).
Laat de elektrische schakelkast of de klemmen-
kast van elektrische motoren nooit open.
Controleer of er geen mogelijkheid is dat onder-
delen onder spanning worden aangeraakt. Con-
troleer of de elektrische aansluitingen en het
hulpvermogen correct zijn aangesloten. Contro-
leer de gegevens op het typeplaatje van scha-
kelkasten, met name de spanning en de
beschikbaarheid van een aangepaste span-
ningsvoorziening.
WAARSCHUWING! Gevaar voor brand of steek-
vlammen!
Tijdens het opladen van de accu's van de diesel-
pomp kunnen er explosieve gassen worden
gevormd. Vermijd vlammen en vonken.
Laat nooit brandbare vloeistoffen of in zuur
gedrenkte lappen rond de brandblusinstallatie
of elektrische uitrusting liggen.
GEVAAR! Risico op dodelijk letsel!
Zorg voor voldoende ventilatie in de pompka-
mer. Controleer of de uitlaat van de dieselmotor
vrij is en of de pijp de uitlaatgassen veilig de
ruimte uit leidt, weg van deuren, ramen en ven-
tilatieopeningen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-FireSet UL FM
WAARSCHUWING! Gevaar voor verbranding!
Controleer of de uitlaatpijpen correct zijn
ondersteund en uitgerust met antitrillingskop-
pelingen/flexibele trillingsdempende hulzen en
beschermd tegen onbedoeld contact.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan de

installatie!

Controleer of de aanzuig- en persleidingen van
de pomp correct worden ondersteund om
gewichtsbelasting op de pomp te voorkomen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het
product!
Controleer of het vloeistofpeil van de dieselmo-
tor (olie/water) correct is en of de doppen van
het water- en oliecircuit goed bevestigd zijn.
Controleer bij inwendige verbrandingsmotoren
met een water/water-warmtewisselaar of de
klep van het koelkringloop in de stand OPEN
staat.
Controleer de olie en de dieselbrandstof en con-
troleer of er geen vloeistof lekt.
VOORZICHTIG! Gevaar voor schade aan het
product!
Voor het verwarmen van de olie/het water
van de dieselmotor kan een dompel- of con-
tactweerstand met een voedingsspanning van
230V / 50 Hz worden geïnstalleerd.

7.3 Controle en omgeving

• Controleer de elektrische of dieselpompen als
beschreven in de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften van beide types pompen.
• Zorg voor voldoende ruimte (ten minste 0,8 m
rondom de FireSet Fig. 4b) voor onderhoud van de
pomp, motor, schakelkast en geïnstalleerde toe-
behoren.
• De installatie moet worden geëvalueerd om ervoor
te zorgen dat de beschikbare netto toevoer-
hoogte (NPSHA) de vereiste netto toevoerhoogte
(NPSHR) overschrijdt, zoals aangegeven door de
prestatiecurve van de pomp.
• De fundering voor de Wilo-FireSet moet stevig
genoeg zijn om eventuele trillingen en spanning
op te vangen die tijdens pompbedrijf optreden.
Een verhoogde betonnen fundering heeft de
voorkeur voor de meeste vloergemonteerde pom-
pen. De verhoogde fundering zorgt voor een
goede basis, beschermt tegen overstromingen,
vereenvoudigt de vochtafvoer en vergemakkelijkt
het schoonmaken (Fig. 4).
Nederlands
11