Bougie; Handige Tips & Suggesties; Uw Motor Stallen - Honda iGXV700 Bedienungsanleitung

BOUGIE

Aanbevolen bougie: BPR5ES (NGK)
De aanbevolen bougie heeft de correcte warmtegraad voor de
normale bedrijfstemperatuur van de motor.
Het gebruik van verkeerde bougies kan de motor beschadigen.
Als de motor gedraaid heeft, laat deze dan eerst afkoelen voordat u
onderhoud aan de bougies pleegt.
Voor een goede werking moeten de bougies de juiste
elektrodenafstand hebben en mag er geen aanslag op aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedoppen los van de bougies en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougies.
2. Verwijder de bougies met een 13/16-inch bougiesleutel.
BOUGIEDOP
3. Inspecteer de bougies. Vervang
bougies als ze beschadigd of erg
vervuild zijn en als de
afdichtring in slechte conditie is
of de elektrode versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand met
een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig door
de zijelektrode voorzichtig iets
te buigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7–0,8 mm
5. Monteer de bougies zorgvuldig
met de hand, om beschadiging
van de schroefdraad te
voorkomen.
6. Trek de bougie nadat deze aanligt nog iets na met een 13/16-inch
bougiesleutel om de afdichtring vast te zetten.
Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt
nog 1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring samen te drukken.
Bij het terugplaatsen van een oude bougie moet deze na het
handvast aandraaien nog 1/8–1/4 slag verder worden
vastgedraaid om de ring aan te drukken.
AANHAALMOMENT: 18,0 N∙m (1,8 kgf∙m)
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade
oplopen. Als de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de
schroefdraad in de cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedoppen op de bougies.
BOUGIESLEUTEL
ZIJELEKTRODE
0,7–0,8 mm
ONDERLEGRING
HANDIGE TIPS & SUGGESTIES

UW MOTOR STALLEN

Voorbereiding op stalling
Correct stallen is van groot belang om uw motor in storingsvrije
conditie te houden en er goed te laten uitzien. Met de volgende
stappen voorkomt u dat roest en corrosie de werking en de aanblik
van uw motor verslechteren en zal de motor de volgende keer weer
gemakkelijk starten.
Reinigen
Als de motor heeft gedraaid, laat dan minstens een half uur afkoelen
voordat u gaat reinigen. Reinig de motor aan de buitenzijde, werk
beschadigde lak bij en smeer andere gedeelten die kunnen roesten
licht in met olie.
Door te reinigen met water uit een tuinslang of met een hogedrukreiniger,
kan er water in het luchtfilter of in de uitlaatdemperopening dringen.
Water in het luchtfilter wordt opgezogen door het luchtfilterelement en
water dat zo het luchtfilter of de uitlaatdemper passeert kan in de cilinder
terechtkomen en schade veroorzaken.
Brandstof
Afhankelijk van de regio waar u de apparatuur gebruikt, kan de
brandstof snel oxideren en in kwaliteit achteruitgaan.
Kwaliteitsverlies en oxidatie van de brandstof kunnen al binnen 30
dagen optreden, met schade aan het brandstofsysteem als gevolg.
Raadpleeg uw onderhoudsdealer voor aanbevelingen voor opslag.
Benzine zal tijdens opslag oxideren, waardoor de kwaliteit ervan
achteruit gaat. Benzine van verminderde kwaliteit veroorzaakt moeilijk
starten en zorgt voor een gomafzetting in het brandstofsysteem die
tot verstopping kan leiden. Als de kwaliteit van de benzine in uw
motor tijdens opslag is verminderd, is mogelijk onderhoud aan het
injectiesysteem nodig of moeten onderdelen ervan worden vervangen.
Hoelang benzine in de brandstoftank kan worden bewaard zonder problemen
met de werking van de motor te veroorzaken, hangt af van verschillende
factoren, zoals de samenstelling van het benzinemengsel, de
opslagtemperatuur en of de brandstoftank geheel of gedeeltelijk is gevuld. De
lucht in een gedeeltelijke gevulde brandstoftank bevordert achteruitgaan van
de brandstofkwaliteit. Hoge opslagtemperaturen versnellen de achteruitgang
van de brandstofkwaliteit. Problemen door verminderde brandstofkwaliteit
kunnen dan al binnen een paar maanden optreden of zelfs eerder als de
benzine waarmee uw benzinetank is gevuld reeds verouderd was.
Schade aan het brandstofsysteem of problemen in de motorwerking
als gevolg van een slechte opslagvoorbereiding vallen niet onder de
garantie van de dealer (Distributor's Limited Warranty).
U kunt de houdbaarheid van de brandstof tijdens opslag verlengen door het
toevoegen van een benzine-stabilisator die speciaal voor dit doel is
samengesteld. U kunt problemen door achteruitgang van de
brandstofkwaliteit ook voorkomen door de brandstof in de tank af te tappen.
Een benzinestabilisator toevoegen voor langere brandstofhoudbaarheid
Wanneer u een benzinestabilisator toevoegt, vul de brandstoftank
dan met nieuwe benzine. Als de tank slechts gedeeltelijk gevuld is,
zal de lucht in de tank leiden tot brandstofverslechtering tijdens de
stalling. Als u een benzinevat gebruikt om bij te tanken, zorg dan dat
deze altijd alleen nieuwe benzine bevat.
1. Voeg benzinestabilisator toe volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
2. Laat de motor na het toevoegen van een benzine-stabilisator in de
buitenlucht draaien.
3. Zet de motor af en als de brandstoftank een brandstofkraan
heeft, draai de kraanhendel dan naar de stand CLOSED of OFF.
NEDERLANDS
9