1. Doe ongeveer de helft van de
benzine in een geschikte tank.
2. Voeg er alle olie aan toe.
3. Voeg de rest van de benzine toe.
4. Sluit de dop en schud krachtig.
BELANGRIJK Het mengsel is onderhevig
aan veroudering. Bereid niet te veel
mengsel, om afzettingen te voorkomen.
BELANGRIJK Zorg ervoor dat de recipiënten
van de benzine en het mengsel goed van elkaar
onderscheiden worden, om geen vergissing
te begaan op het moment van het gebruik.
BELANGRIJK Reinig de recipiënten
van de benzine en het mengsel periodiek,
om eventuele afzettingen te verwijderen.
7.3 BIJVULLEN VAN BRANDSTOF
Brandstof moet bijgevuld worden
bij stilstaande machine en met de
dop van de bougie losgemaakt.
Vooraleer bij te vullen:
1. Schud de tank van het mengsel krachtig.
2. Plaats de machine vlak en stabiel,
met de vuldop van het reservoir
van het mengsel naar boven.
OPMERKING Op de dop van het
reservoir van het mengsel (Afb. 32.A)
vindt men het volgende symbool:
Mengreservoir
3. Maak de dop van het reservoir en de zone
rond de dop schoon om te voorkomen
dat tijdens het bijvullen onzuiverheden
terechtkomen in het mengsel.
4. Open de dop van het reservoir voorzichtig
om de druk geleidelijk aan af te laten.
5. Vul bij gebruik makend van een trechter
en vul het reservoir niet tot aan de rand.
OPMERKING Tijdens het gebruik van de
machine kan men de aanwezigheid van de
brandstof in het reservoir nagaan aan de hand
van het daarvoor bestemde venster (Afb. 32.B).
7.4
BIJVULLEN OLIERESERVOIR
KETTING
OPMERKING Op de dop van het
reservoir van het mengsel (Afb. 32.A)
vindt men het volgende symbool:
BELANGRIJK Gebruik alleen olie die
specifiek bestemd is voor kettingzagen of
hechtolie voor kettingzagen. Gebruik geen
olie die onzuiverheden bevat, om de filter
van het reservoir niet te verstoppen en de
oliepomp niet onherroepelijk te beschadigen.
Het gebruik van een olie van goede kwaliteit is
van fundamenteel belang voor een efficiënte
smering van de snij-inrichtingen; een vuile
olie of olie van slechte kwaliteit zal de smering
in het gedrang brengen en de levensduur
van de ketting en het blad verkorten.
– Vul het oliereservoir steeds volledig
(met behulp van een trechter) telkens
wanneer brandstof bijgevuld wordt;
aangezien de inhoud van het oliereservoir
dusdanig berekend is dat de brandstof
eerder dan de olie opgebruikt wordt,
wordt voorkomen dat de machine
zonder smeermiddel kan werken.
7.5 REINIGING VAN DE MACHINE
EN VAN DE MOTOR
Na het werken, wordt de machine
zorgvuldig vrijgemaakt van stof en vuil.
• Om het risico op brand tot een
minimum te herleiden:
– houd de machine, en in het bijzonder
de motor en de zone van de
geluidsdemper vrij van resten van
zaagsel, takken, bladeren of teveel vet;
– reinig de vleugeltjes van de cilinder
regelmatig met perslucht (Afb. 33).
• Om oververhitting en schade
aan de motor te vermijden:
– moeten de zuigroosters van de koellucht
(Afb. 34) steeds schoon en vrij van
zaagsel en afval gehouden worden.
• Houd het deksel van de koppeling vrij van
zaagsel en vuil (Afb. 35), haal regelmatig
de carters van de ketting (par. 4.2) en
hermonteer ze correct na het onderhoud.
Ongeveer elke 30 uren moet het intern
lager gesmeerd worden bij uw Verkoper.
NL - 16
Oliereservoir ketting