Gebruiksaanwijzing (Versie 0)
5.2.1 Inschakelen
Met de hoofdschakelaar (1) wordt de stroomtoevoer naar de hefkolommen
geregeld. Deze schakelaar heeft twee standen:
0 (OFF)
Hiermee wordt de stroomtoevoer naar de hefkolom(men) onderbroken.
1 (ON)
Hierdoor wordt de stroomtoevoer naar de hefkolom(men) ingeschakeld.
Als de nooduitschakelknop (2) wordt ingedrukt, stoppen onmiddelijk alle
bewegingen (heffen of dalen).
5.2.2 Nooduitschakelknop
Als de nooduitschakelknop (2) wordt ingedrukt, stoppen onmiddellijk alle
bewegingen (heffen of dalen).
5.2.3 Stijgen
Bedien voor het stijgen van de hefkolommen knop (3). Naast deze knop staat
een naar boven gerichte pijl.
5.2.4 Dalen
Bedien voor het dalen van de hefkolommen knop (4) Naast knop (4) staat een
naar beneden gerichte pijl. Bij de daalbeweging zijn de ontgrendelmagneten
ingeschakeld.
Waarschuwing
w
Indien er tijdens het stijgen of dalen probleemsituaties ontstaan, laat dan
de knop direct los of bedien de noodstop.
5.2.5 Dalen in de vergrendeling
Druk voor het dalen in de vergrendeling alleen op knop (5).
De hefkolommen dalen dan max. 35 mm, totdat de grendelpallen in de
grendelprofielen inhaken. Laat de hefkolommen weer stijgen (ontlasten
vergrendeling) voordat de hefkolommen verder kunnen dalen.
Waarschuwing
w
Laat de hefkolommen altijd in de vergrendeling dalen voordat er
werkzaamheden onder het voertuig worden verricht.
De knoppen voor stijgen, gewoon dalen en dalen in de vergrendeling zijn van
het dodemanstype (hold to run). De bediening is mogelijk zolang de
bedieningsknop blijft ingedrukt en stopt meteen als de knop wordt losgelaten.
5.2.6 Kolomselectie
De kolomselectieknop (6) maakt een selectie mogelijk van de aan te sturen
kolommen. De selectie indicatie LED's (7) geven de geselecteerde kolommen
aan.
Opmerking
n
Raadpleeg bij storingen de storingsdiagnose
§
(zie
7.3 Storingsdiagnose op pagina
19
28).
Mobiele hefkolommen ST 1082