MENU VOOR HET PERSONALISEREN VAN DE INSTELLINGEN VAN DE AUTO
1
4
2
3
Deze in de boordcomputer 1 ingebouwde
functie zorgt, afhankelijk van de uitrusting
van de auto voor het inschakelen/uitscha-
kelen en de afstelling van sommige functies
van de auto.
Openen van het menu voor
het personaliseren van de
instellingen van de auto
Druk, bij stilstaande auto, op een van de
knoppen 2, 3 of 4 om toegang te krijgen tot
de verschillende afstellingen.
1.70
Selectie van de instellingen
Druk, afhankelijk van de uitrusting van de
auto op knop 3 of 4 om de functie te selecte-
ren, die veranderd moet worden:
a) Auto. portiervergr. tijdens het rijden;;
b) Bestuurdersportier ontgrendelen;;
c) Ruitenwisser achter bij achteruit rijden;;
d) Automatische verlichting overdag;;
e) Parkeerhulp voor;;
f) Parkeerhulp achter;;
g) Parkeerhulp: volume ;;
h) Uur;;
i) TAAL.
Druk, als u de functie geselecteerd heeft, op
de knop 2 om de functie te activeren of de-
activeren:
=
functie ingeschakeld
<
functie uitgeschakeld
Als u één van de keuzes "Parkeerhulp:
volume" of "TAAL" selecteert, krijgt u op-
nieuw een selectie (geluidsvolume van de
parkeerhulp of taal van het instrumentenpa-
neel). Maak in dat geval uw keuze en beves-
tig deze met een druk op de knop 2.
Om het menu te verlaten, selecteert u
"VERLATEN" en bevestigt u met een druk
op de knop 2.
Het menu voor het personaliseren van
de instellingen van de auto kan niet ge-
bruikt worden tijdens het rijden. Boven
20 km/u voor de auto's met een handge-
schakelde versnellingsbak (0 km/u voor
de auto's met een automatische trans-
missie), gaat het display automatisch
over naar de boordcomputer.