Montage - Renkforce 751514 Bedienungsanleitung

7. Montage

Lees voor gebruik deze gebruiksaanwijzing met de veiligheidsinstructies geheel en zorgvuldig
door om een correcte montage en inbedrijfstelling te kunnen garanderen!
Let er tijdens de montage op, dat de alarmcentrale spanningsvrij en stroomloos is.
Let er bij het boren op dat u geen stroom-, gas- of waterleiding of iets dergelijks beschadigt:
levensgevaarlijk!
Houd bij de keuze van een montageplaats voor uw systeem ermee rekening dat direct en inten-
sief zonlicht, trillingen, stof, hitte, koude en vochtigheid vermeden moeten worden.
Er mogen geen apparaten met sterke magneetvelden in de buurt zijn.
Er mogen geen apparaten met sterke elektrische velden in de buurt zijn zoals b.v. gsm´s, zendontvangers,
elektrische motoren, enz. Deze kunnen de werking negatief beïnvloeden.
In de buurt van de centrale moeten zich een telefoonaansluiting en een stopcontact bevinden.
Overwegingen voor de montage van de alarmcentrale en haar onderdelen
Voor de eigenlijke montage van de alarmcentrale en de afzonderlijke componenten moet u met behulp van
een plattegrond van het te bewaken object een plan opstellen bijv. schetsen op een blad papier. Teken de
melders van de te bewaken deuren, ramen, kamers, enz. op hun plaats.
Denk daarbij om de eigenschappen (bjv. meethoek van een bewegingsmelder) van de afzonderlijke mel-
ders. Met behulp van deze schets kan ook het eventueel vereiste materiaal (bijv. lengte en aantal aders van
de leidingen, aantal bewegingsmelders, deur-/venstermelders enz.) worden bepaald.
Verder moet u rkening houden met de eigenschappen van de alarmcentrale. Voor de ingangen bezit de
alarmcentrale over zogenaamde differentiaallussen, waarop u de afzonderlijke bewakingscomponenten
moet aansluiten.
De afzonderlijke lussen zijn al voorgeprogrammeerd. Deze programmering kunt u op elk ogenblik wijzigen.
De lussen 1 en 2 (zone 1, zone 2) zijn voor betreden (30 seconden) en verlaten (60 seconden) vertraagd
geprogrammeerd (DELAY, zie afbeelding A-1), d.w.z. dat er pas alarm wordt gegeven na de geprogram-
meerde tijd.
Dit is bijzonder zinvol, indien u in deze lussen melders opneemt, die alarm geven, voor u de centrale uit-
schakelt.
De lussen 3, 4, 5 en 6 (zone 3, zone 4, zone 5 en zone 6) geven onmiddellijk alarm (INSTANT, zie afb. A-1), als
de op scherp geschakelde centrale een weerstandsverandering in de lus herkent. Deze lussen gebruikt u
bijvoorbeeld voor magneetcontacten.
De verlaatvertraging is nochtans ook actief voor de lussen3, 4, 5 en 6 (zone 3, zone 4, zone 5 en
zone 6).
De lussen 7 en 8 (zone 7 en zone 8) geven alarm in de 24 uurs-modus (24-HR, zie afb. A-1), d.w.z. ze geven
ook alarm, als de centrale niet op scherm staat. Dit is bijzonder geschikt voor sabotagecontacten, rook- of
glasbreukmelders.
228