Vervangen van het oliefilter
Voor vervangingsintervallen zie het Onderhoudsschema.
1. Tap de olie af terwijl de motor warm is. Zie de paragraaf
Olie verwijderen .
2. Verwijder het oliefilter (A, afbeelding. 16) en voer dit op
de juiste manier af.
3. Smeer de oliefilterpakking lichtjes met verse, schone
olie in voordat u het nieuwe oliefilter plaatst.
4. Installeer het oliefilter met de hand totdat de pakking
contact maakt met de oliefilteradapter en draai het
oliefilter dan een 1/2 of 3/4 slag vast.
5. Vul olie bij. Zie de paragraaf Olie bijvullen .
6. Start en laat de motor draaien. Controleer of
olielekkage als de motor eenmaal is opgewarmd.
7. Stop de motor en controleer het oliepeil opnieuw. De
olie moet op de markering VOL op de peilstok staan.
Vul motorolie bij
Zet de motor waterpas.
Verwijder eventueel vuil rondom de olievulplaats.
Zie onder Specificaties voor de oliecapaciteit.
1. Verwijder de peilstok (A, afbeelding 8) en veeg deze
met een schone doek af.
2. Giet de olie langzaam in de vulopening (C). Voeg niet
te veel brandstof toe. Wacht na het bijvullen één
minuut en controleer het oliepeil dan nogmaals.
3. Steek de peilstok erin.
4. Verwijder de peilstok en lees het oliepeil af. De olie
moet op de markering VOL (B) op de peilstok staan.
5. Steek de peilstok erin.
nl
Onderhoud van het luchtfilter
WAARSCHUWING
Brandstof en brandstofdampen zijn uiterst
ontvlambaar en explosief.
Brand of explosie kan ernstige brandwonden of de
dood veroorzaken.
Nooit de motor starten of laten draaien zonder de
Â˹¾Ê ÂʻȻ»Ä¾»¿º ż ¾»Ê Â˹¾Ê ÂÊ»È
LET OP: Reinig het filter niet met perslucht of
oplosmiddelen. Perslucht kan het filter beschadigen en
oplosmiddelen kunnen het filter oplossen.
1. Verwijder de bevestigingen (A, afbeelding 17) en de
luchtfilterkap (B).
2. Verwijder het filter (C) door het einde van het filter op te
tillen en het filter van de inlaat te trekken (D).
3. Tik het filter voorzichtig op een hard oppervlak om het
vuil los te maken. Als het filter zeer vuil is, vervang het
dan door een nieuw filter.
4. Was het voorfilter in water met een vloeibaar
afwasmiddel. Laat het dan goed aan de lucht drogen.
Breng geen olie aan op het voorfilter.
5. Monteer het droge voorfilter op het filter.
6. Plaats het filter op de inlaat. Druk het uiteinde van het
filter in de basis zoals getoond. Verzeker u ervan dat
het filter goed op de basis is gemonteerd.
7. Plaats de luchtfilterkap en bevestig deze.
25