2.3.7.2.
Geleider voor permanente voedingsmodus
Een geleider die het contact tussen de pennen P7-1 en P7-2 van de controleur verzorgt waardoor deze permanent elektrisch gevoed
wordt. Zie figuur 2.19. Alle controleurs worden met geleider geleverd in de stand waarbij deze permanente voeding verzorgd wordt.
De stekker P7 kan 2 of 3 pennen hebben. Als de geleider verwijderd of geplaatst wordt op de pennen P7-2 en P7-3 wordt de controleur
van de automatische spanning afgehaald 48 uur na het stopzetten van de stroomaggregaat, op voorwaarde dat de hoofdschakelaar
van het aggregaat op "AUTO" staat. De controleur kan onder spanning gebracht worden door een startsignaal op afstand (gestuurd
door een doorschakelschakelaar of een aparte start/stop schakelaar verbonden met de draden 3 en 4 van de controleur), of door de
hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "RUN" te zetten.
Voor de meeste toepassingen, is het niet nodig de permanente voedingsmodus uit te schakelen. De modellen
Opmerking:
stroomaggregaten RES 9.5 en RES 13 zijn in de fabriek uitgerust met een acculader om te voorkomen dat de accu
ontlaadt.
Pas de volgende procedure toe om de geleider, indien nodig, los te maken.
Procedure om de permanente voedingsmodus uit te schakelen (optioneel), figuur 2.19.
1. Neem alle nodige maatregelen om het starten van het stroomaggregaat te beletten.
a. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "OFF/RESET".
b. Isoleer de acculader van zijn elektrische voeding.
c. Maak de startaccu van de motor van het stroomaggregaat los, de negatieve kabel (-) als eerste.
2. Bouw de controleur van zijn eenheid in het stroomaggregaat uit.
a. Maak van de controleur de stekker P1 (35 pennen) los om de stekker van de kabelbundel van de motor. Maak de stekkers J15
en J16 los.
b. Bouw de controleur van zijn eenheid in het stroomaggregaat uit, om toegang tot de achterkant te krijgen.
3. Bouw de achterste kap van de controleur uit om toegang te krijgen tot de geleider.
a. Om ze later goed te kunnen aansluiten, markeert u de 3 draden die aangesloten zijn op de hoofdschakelaar van het
stroomaggregaat. Maak de draden naar de roze stekkers los.
b. Verwijder de bouten van de achterste kap van de controleur en bouw hem uit.
4. Zoek en bepaal de plaats van stekker P7, in de bovenkant van de controleur. Maak de geleider van de pennen 1 en 2 van stekker
P7 los. Als de stekker P7 3 pennen heeft, maak dan de geleider weer vast op de pennen 2 en 3, in de wachtstand om hem niet
kwijt te raken.
5. Bouw de achterste kap van de controleur in en zet de bouten weer vast.
6. Maak de 3 roze stekkers van de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat weer vast.
7. Maak de stekkers J15 en J16 weer vast.
8. c. Maak de startaccu van de motor van het stroomaggregaat weer vast, de negatieve kabel (-) als laatste.
9. Herstel de elektrische voeding van de acculader.
10. Zet de hoofdschakelaar van het stroomaggregaat op "AUTO".
18 / 47