DMU00451
INDEX
A
Accu-onderhoud ...........................................4-7
Accuvereisten ...............................................1-7
Achteruit.....................................................3-16
Afstandsbediening ........................................2-3
Afstandsbedieningshendel ............................2-4
Andere vaaromstandigheden ......................3-24
B
Bedrading en connectoren controleren .......4-18
Behandeling van ondergedompelde motor....5-9
Benzine.........................................................1-6
Beveiliging tegen starten in versnelling........1-9
Bovenkap controleren.................................4-30
Bovenkapvergrendelhendels .......................2-22
Brandstof bijtanken ......................................3-9
Brandstof en motorolie bijvullen ..................3-9
Brandstofbeheermeter.................................2-17
Brandstofbesparing.....................................2-19
Brandstofmeter ...........................................2-16
Brandstofstroommeter ................................2-18
Brandstofsysteem controleren ....................4-13
Brandstofverbruiksmeter ............................2-19
C
Controlepunt van de scheepsschroef...........4-21
Controleren van de brandstoffilter ..............4-14
Controleren van de drijfriem van de
hogedrukbrandstofpomp.............................4-17
D
De accu aansluiten......................................4-27
De accu controleren....................................4-25
De accu loskoppelen...................................4-28
De anode inspecteren en vervangen............4-24
De bootbodem voorzien van een coating ....4-31
De bougie schoonmaken en bijstellen ........4-11
De buitenboordmotor opbergen ....................4-4
De buitenboordmotor reinigen....................4-30
De buitenboordmotor transporteren en
opbergen .......................................................4-3
De buitenboordmotor trimmen ...................3-18
De buitenboordmotor vervoeren ...................4-3
De motor inlopen..........................................3-5
De motor laten warmdraaien ......................3-15
De motor starten .........................................3-12
De motor uitzetten ......................................3-17
De scheepsschroef demonteren...................4-21
De scheepsschroef installeren.....................4-22
6-1
De schroef controleren ...............................4-21
De trimhoek aanpassen...............................3-19
Digitale snelheidsmeter ..............................2-14
Digitale toerenteller....................................2-11
Doorspoelinrichting....................................2-22
E
EC-label .......................................................1-2
Een zekering vervangen................................5-7
G
Gebruik na een lange opslagperiode.............3-8
H
Het geschilderde oppervlak van de motor
controleren..................................................4-30
Het trim- en kantelbekrachtigingssysteem
controleren..................................................4-19
Hoofdcomponenten ......................................2-1
Hoofdschakelaar...........................................2-5
I
Identificatienummers document ...................1-1
Impactschade................................................5-5
Installatie......................................................3-1
Instructies voor het tanken............................1-5
K
Kantelsteunhendel ......................................2-22
Klok............................................................2-16
Koelsysteem uitspoelen ................................4-6
L
Laag-oliepeilindicator treedt in werking ......5-8
Labels ...........................................................1-2
Lage-snelheidswrijvingsregelschroef ...........2-8
M
Montage van de buitenboordmotor ...............3-2
Montagehoogte.............................................3-3
Motorbuitenkant .........................................4-30
Motordefectverklikkerlampje .....................2-14
Motorolie......................................................1-6
Motorolietank controleren op aanwezigheid
van water ....................................................4-16
Motorstop-snoerschakelaar...........................2-6
O
Olie bijvullen................................................3-9
Oliepeilindicator.........................................3-11
Oliepeilverklikkerlampje ............................2-12
Oliepeilwaarschuwingssysteem/
oliefilterverstopping-
waarschuwingssysteem...............................2-24
Om de koelwaterdoorgangen te reinigen ....4-29
Omhoog/omlaagkantelen............................3-21
Onderhoud en bijregeling .............................4-8
NL