Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bosch GIS 1000 C Professional Originalbetriebsanleitung Seite 91

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für GIS 1000 C Professional:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
(apps) ter beschikking gesteld. Deze kunt u afhankelijk van
eindapparaat in de desbetreffende stores downloaden:
Met de Bosch-applicaties heeft u (naast de draadloze gege-
vensoverdracht) de beschikking over een uitgebreide func-
tie-omvang en deze maken het nabewerken en het doorstu-
ren van meetgegevens (bijv. per e-mail) gemakkelijker. Infor-
matie over de noodzakelijke systeemeisen voor een
Bluetooth®-verbinding vindt u op de Bosch internetpagina
www.bosch-professional.com/thermal.
Om de Bluetooth®-verbinding op het meetgereedschap in te
schakelen, opent u het <Hoofdmenu>(zie „Navigeren in het
<Hoofdmenu>", Pagina 91) en zet <Bluetooth> op
<aan>. Op het display verschijnt de aanduiding (e). Zorg er-
voor dat de Bluetooth®-interface op uw mobiele eindappa-
raat geactiveerd is.
Na het starten van de Bosch-applicatie wordt (bij geactiveer-
de Bluetooth®-modules) de verbinding tussen mobiel eind-
apparaat en meetgereedschap tot stand gebracht. Worden
meerdere actieve meetgereedschappen gevonden, kies dan
het passende meetgereedschap. Wordt slechts een actief
meetgereedschap gevonden, dan vindt een automatische
verbindingsopbouw plaats.
Aanwijzing: Bij de eerste verbindingsopbouw (pairing) tus-
sen het meetgereedschap en een mobiel eindapparaat (bijv.
smartphone, tablet) kan er worden gevraagd naar een PIN-
code voor het meetgereedschap. Voer in dat geval „0000"
in.
Bij de gegevensoverdracht per Bluetooth® kunnen door
slechte ontvangstomstandigheden vertragingen tussen mo-
biel eindapparaat en meetgereedschap ontstaan.
<Hoofdmenu>
Navigeren in het <Hoofdmenu>
– Om in het <Hoofdmenu> te komen, drukt u
bij het standaard weergavescherm op de
rechter functietoets (10) onder het
menusymbool (l).
– Om te navigeren binnen een menuniveau
drukt u zo vaak op de pijltoets omhoog (16)
of de pijltoets omlaag (13) tot het gewenste
menupunt met een kleurmarkering wordt ge-
accentueerd.
– Als er bij een geaccentueerd menupunt een
submenu beschikbaar is, dan wordt dit aan-
gegeven door een pijl naar rechts naast
Bosch Power Tools
<instellen>. Druk op de pijltoets
rechts (11) om in het submenu te komen.
– Als er bij een geaccentueerd menupunt
meerdere keuzemogelijkheden beschikbaar
zijn, dan wordt de actuele instelling tussen
2 pijlen weergegeven. Om de instelling te
wijzigen, drukt u op de pijltoets links (15) of
de pijltoets rechts (11). Getalswaarden wor-
den sneller gewijzigd, wanneer u de betref-
fende pijltoets ingedrukt houdt.
– Bij enkele menupunten kunt u een functie in-
of uitschakelen. Voor het uitschakelen drukt
u op de pijltoets links (15), zodat <uit>
wordt geaccentueerd. Voor het inschakelen
drukt u op de pijltoets rechts (11), zodat
<aan> wordt geaccentueerd. U kunt de
functie in het menu ook in- en uitschakelen
door op de opslaan-/zendtoets (9) te druk-
ken.
– Om naar een hoger menu te gaan, drukt u op
de linker functietoets (17) onder het Terug-
symbool. De gekozen instellingen worden
opgeslagen.
– Om het <Hoofdmenu> te verlaten en direct
terug te keren naar het standaard weergave-
scherm, drukt u op de rechter
functietoets (10) onder het Huis-symbool.
De gekozen instellingen worden opgeslagen.
– Om een willekeurig menu te verlaten en te-
rug te keren naar het standaard weergave-
scherm kunt u ook op de toets Meten (4)
drukken. Bij één keer drukken op de toets
worden de gekozen instellingen opgeslagen,
maar er wordt nog geen meting geactiveerd.
Submenu Meting
<Emissiegraad> (t)
Voor enkele van de meest voorkomende materialen kan er
worden gekozen uit opgeslagen emissiegraden. Om het zoe-
ken gemakkelijker te maken, zijn de waarden samengevoegd
tot groepen in de emissiegraadcatalogus. Selecteer in het
menupunt <Materiaal> eerst de juiste categorie en dan het
juiste materiaal. De bijbehorende emissiegraad verschijnt in
de regel eronder. Wanneer u de precieze emissiegraad van
uw meetobject kent, kunt u deze ook als getalswaarde in het
menupunt <Emissiegraad> instellen.
Als u vaak dezelfde materialen meet, kunt u 5 emissiegraden
als favoriet opslaan en deze snel via de bovenste balk (ge-
nummerd van 1 tot 5) opvragen.
<Reflectietemp.> (t)
De instelling van deze parameter kan het meetresultaat voor-
al bij materialen met een lage emissiegraad (= hoge reflec-
tie) verbeteren. In sommige situaties (vooral binnenshuis)
komt de gereflecteerde temperatuur overeen met de omge-
vingstemperatuur. Wanneer objecten met sterk afwijkende
temperaturen in de buurt van sterk reflecterende objecten
Nederlands | 91
1 609 92A 4X3 | (03.11.2020)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis