Philips RC670 Bedienungsanleitung Seite 54

INBOUWVOORSCHRIFT
Wanneer uw auto is uitgerust met ISO-
connectors, kunt u ze gewoon in de connectors
van de autoradio steken. Is dit niet het geval dan
kunt u een adapierkabel gebruiken (zie de tabel
op de aparte montagekaart). Sluit de kabels
zodanig aan dat ze niet kunnen worden
beschadigd door scherpe randen of bewegende
onderdelen.
VOORBEREIDING
Spanning en polariteit: Het apparaat moet
worden aangesloten op een auto-accu van 12
Volt met de min aan massa (autochassis).
Montage in auto's die niet aan deze eisen voldoen,
kan leiden tot storing, beschadiging of brand.
Waarschuwing: Om kortsluiting te voorkomen,
moet u vdér het inbouwen en aansluiten van het
apparaat de negatieve accuklem losmaken (fig.
1 van de aparte montagekaart).
CONNECTOR A (fig.2)
Aanbevolen aansluitpunten voor de voeding
¢ Rode draad A7: Aanstuiten op een geschakelde
12V-voeding (in/uitgeschakeld door het
contactslot). dit is de hoofdvoeding.Deze
verbinding moet geschikt zijn voor een stroom
van 10A.
« Geel/rode draad A4: Aansluiten op een
permanente 12V-voeding;
« Bruine draad A8: Aansluiten op massa
(autochassis).
Alternatieve aansluitpunten voor voeding
+ Rode draad A7: Aansluiten op een permanente
12V-voeding; dit is de hoofdvoeding. Deze
verbinding moet geschikt zijn voor een stroom
van 10A.
¢ Geel/rode draad A4: Aansluiten op een
geschakelde 12V-voeding (in/uitgeschakeld
door het contactslot).
¢ Bruine draad A&8: Aansluiten op massa
(autochassis).
— Zie STANDAARDINSTELLINGEN; kies optie
'LOGI en vervolgens 'ON'
Deze verbinding verzorgt de ON/OFF LOGIC-
functie, waarmee u het gebruik van de autoradio
tot één uur kunt beperken als het autocontact is
uitgeschakeld. Werkt deze functie niet naar
behoren, dan hebt u wellicht een adapterkabel
montagekaart.
* Afhankelijk van het model
EXTRA AANSLUITINGEN (fig. 2)
- Blauwe draad A5 (Elektronisch
- «
gemotoriseerde antenne) qe A
Deze radio geeft een signaal van 12 Volt vo
een automatische gemotoriseerde antenne
de voeding van een elektronische antenn
Gebruik deze aansluiting niet voor ¢
voedingskabel van de antennemotor!
* Oranje draad A6 (Nachitverlichting) ce;
Aansiuiten op de bedrading van ¢
dashboardverlichting. Bij ingeschakelc
koplampen blijft toets POWER verlicht (ook é
u de radio uitschakelt). Door deze aansluitii
wordt het display minder helder verlicht.
CONNECTOR B (fig. 2)
Luidsprekers (gebruik alleen luidsprekers m
een impedantie van 4 Ohm)
* Verbind geen luidsprekerkabels met massa
rechtstreeks of via een externe fader met ex
booster/versterker!
« Sluit de vier luidsprekers aan.
Voor Achter
Links + Groen [B5] Wit [B7]
Links - Groen/zwart [B6] _ Wit/zwart [B8]
Rechts + — Grijs [B3] Blauw [B1]
Rechts- — Grijs/zwart [B4] Blauw/zwart [B
BLAUWE CONNECTOR C * voor een m
HSSX compatibele cd-wisselaar (als op!
verkrijgbaar) (fig. 3)
* Ukunt op dit apparaat de volgende cd-wissela
aansluiten (zie montagevoorschrift van de c
wisselaar):
-ARC047 of ARC026 of ARC032
* Draagbare speler (fig.4) : U kunt op de:
autoradio een draagbare DCC-, CD-
cassettespeler aansluiten (in plaats van een C
wisselaar). De kabel moet worden aangeslot:
op een uitgang van 750 mV (meestal kan |
hoofdtelefoonuitgang van de draagbare spel
gebruikt worden).
— Zie STANDAARDINSTELLINGEN; kies bij op
'SRC' voor 'AUX'.
— De autoradio weet dan dat een draagbare spe!
is aangesioten in plaats van een CD-wisselai
— Stel het volume van de draagbare speler op f
gewensie niveau in.
Voldoet aan 21 CFR 1040.