Nederlands
Spinomed
Handleiding voor de orthopedisch
technicus
Beoogd doel
Spinomed is een orthese voor de actieve
ontlasting en correctie van de lage
wervelkolom/borstwervelkolom op het
sagittale niveau.
Indicaties
Alle indicaties waarbij een ontlasting en/
of correctie van de lage wervelkolom/
het thoracale gedeelte van de
wervelkolom en bewegingsbeperking op
het sagittale en frontale niveau nodig
zijn, bijv.:
• Compressiefractuur van de borst- en
lendenwervelkolom door osteoporose
• Juveniele kyfose
• Bochel met chronische rugpijn
Contra-indicaties
Momenteel niet bekend
Risico's / Bijwerkingen
Bij strak aangebrachte hulpmiddelen
kunnen er plaatselijk drukverschijnselen
of beknelling van bloedvaten of
zenuwen optreden. Daarom dient u bij
de volgende omstandigheden voor de
toepassing overleg te plegen met uw
behandelend arts:
• Aandoeningen of letsels van de huid in
het toepassingsgebied, vooral bij
tekenen van ontsteking (te warm,
zwelling of roodheid)
• Waarnemings- en
doorbloedingsstoornissen (bijv. bij
diabetes, spataders)
• Stoornissen van de lymfeafvoer – ook
onduidelijke zwellingen van weke
delen weg van het toepassingsgebied.
Bij het dragen van strak aangebrachte
hulpmiddelen kunnen plaatselijk
huidirritaties voorkomen, die te wijten
®
zijn aan een mechanische irritatie van
de huid (vooral in combinatie met
transpiratie) of aan de samenstelling
van het materiaal.
Beoogde patiëntengroep
Hulpverleners gebruiken het product
voor volwassenen en kinderen, rekening
houdend met de beschikbare maten/
groottes, de vereiste functies/indicaties
en de informatie van de fabrikant op
eigen verantwoording.
Aanpassen van de orthese
(alleen uit te voeren door een
orthopedisch technicus!)
De orthese moet over de kleding
worden gedragen.
Aanpassen van de ruglat
De ruglat hoeft voor het passen niet uit
de hoes gehaald te worden. Houd de
ruglat zo voor de rug van de patiënt, dat
de onderkant van de lat ter hoogte van
de stuit uitkomt. De bovenkant moet ca.
koud vervormbaar en kan zonder
gereedschap gezet worden. Begin het
zetten in de lordose en werk vervolgens
verder naar boven.
Instellen van de riemen
Laat de patiënt de orthese aantrekken
en de buikpelotte sluiten. De instelling
van de riemen gebeurt nu in de volgorde:
bekkenriem, schouderriem, elastische
tussenriem. Daartoe opent u het
klittenband, trekt u de riem aan en klit u
hem weer vast. Als alle riemen correct
ingesteld zijn, kunnen ze met een schaar
op maat geknipt worden.
Bekkenriem
Let op dat de bekkenriemen onder het
bekkenbeen doorlopen. Ze moeten strak
worden aangetrokken.
– cm onder C uitkomen. De ruglat is