11. OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN ONGEMAKKEN
Ongemakken
De pomp start niet.
De pomp komt niet tot stilstand.
De pomp komt tijdens de werking tot
stilstand.
De pomp start terwijl er niet om water
gevraagd wordt.
Vervanging elektronenkaart (Fig.4)
Onderstaande operaties voor de vervanging van de elektronenkaart dienen uitsluitend door gespecialiseerd en gekwalificeerd
personeel te worden uitgevoerd:
− verminder de druk van de installatie (er wordt aangeraden de klep van de installatie, die reeds bij de perszijde vlakbij de pomp
aangebracht is, te sluiten);
− maak de elektrische connectors van de kaart los;
− draai de 4 schroeven van de kaart los, terwijl u de kaart ingedrukt houdt;
− draai de kaart naar buiten;
− trek de kaart omhoog terwijl u deze schuin houdt;
− let op de bevestiging van de OR van de druksonde!!
(druksonde: aansluitcanule kaart met hydraulisch hoofddeel)
NEDERLANDS
Controles (mogelijke oorzaken)
− onvoldoende water.
− oververhitting door blokkering pomp.
− Voltage te laag of te hoog.
− Elektrische voeding ontbreekt.
− Geen waterverbruik.
− Het alarm van de pomp is in werking
getreden.
− De bestaande leiding lekt of is defect.
− De terugslagklep is geblokkeerd.
− Droge werking.
− Oververhitting veroorzaakt door:
Hoge omgevingstemperatuur
•
(> 45°C).
Overbelasting motor.
•
Blokkering van pomp/motor.
•
− Te laag voltage.
− Defecte terugkeerklep of lekkages uit de
bestaande leiding.
40
Oplossingen
Controleer de aanzuigleiding.
Neem contact op met de leverancier van de pomp.
Controleer het voltage van de elektrische voeding.
Breng de aansluiting op het elektriciteitsnet tot stand.
Open een kraan. Controleer of de hoogte tussen het
bovenste punt van de persleiding en de pomp niet
groter is dan de afstellingswaarde.
Controleer de instelling van de startdruk op het
controlepaneel.
De pomp verricht zelf een reset via de automatische
startpogingen.
U kunt de pomp resetten door de voeding opnieuw in
te schakelen. Hiervoor moet u eerst de spanning
enkele seconden wegnemen.
Herstel de leiding.
Maak de klep schoon door het systeem te
demonteren.
Controleer de aanzuigleiding.
Neem contact op met de leverancier van de pomp.
Controleer de elektrische voeding.
Reinig of vervang de klep.