WGM 1030
���
Tab 1
Parallel
± 0,3 cm
Horizontal
Diagonal
Pict 3.9
Pict 3.10
3.2
Montage und Ausrichten der Profile und des Kastens
• T ransportprofile nach dem Achsmaß ausrichten (Tab 1) und so
am vorderen Stützfuß mit einer Schraube verschrauben, dass der
Kasten noch auf die Transportprofile aufgesteckt werden kann
(Pict 3.8) (mindestens 200 mm zwischen Wand und Transport-
profil).
• M otor anschließen.
• A nlage ca. 20 cm ausfahren.
• V ormontierten Kasten auf die Unterkonstruktion heben und
h inter die Transportprofile legen.
• A usfallprofil mit den Laufwagen in die Transportprofile einschie-
ben und Kasten auf die Transportprofile aufstecken (Pict 3.10).
• T ransportprofil mit der Schraube an den Kasten klemmen
(Pict 3.11).
• M uttern der Verbindung Stützfüße – Transportprofile lockern.
• A nlage soweit wie gewünscht in Richtung hintere Begrenzung
des Wintergartens schieben.
Um eine sichere Funktion der Anlage garantieren zu können, ist
auf das Ausrichten besonderen Wert zu legen (Tab 1). Zum Schluss
werden die Stützfüße mit den Transportprofilen fest verschraubt.
Die Rechtwinkligkeit der Anlage prüft man durch diagonales Messen
(Pict 3.12). Wenn notwendig, ist die Anlage nochmals auszurich-
ten.
Montageanleitung
Montagehandleiding
Achsmaß in cm
bis 300
301 bis 450
± 0,5 cm
– 0,4 cm bis +1,0 cm
1 cm
Tab 1
parallel
horizontaal
diagonaal
Schraube zum Klemmen
schroef om te klemmen
Pict 3.11
3.2
Montage en positionering van de profielen en de kast
• T ransportprofielen volgens de asmaat positioneren (Tab 1) en op
zodanige wijze aan de voorste steunvoet met een schroef vast-
schroeven dat de kast nog op de transportprofielen gestoken
kan worden (Pict 3.8) (minimaal 200 mm tussen de wand en het
transportprofiel).
• M otor aansluiten.
• S cherm ca 20 cm uit laten lopen.
• V oorgemonteerde kast op de onderconstructie tillen en achter
de transportprofielen leggen.
• U itvalprofiel met de loopwagen in de transportprofielen
s chuiven en kast op de transportprofielen zetten (Pict 3.10).
• T ransportprofiel met de schroef aan de kast klemmen (Pict 3.11).
• M oeren van de verbinding steunvoeten – transportprofielen
l osdraaien.
• S cherm, zover als dit gewenst is, in de richting van de achterste
begrenzing van de serre schuiven.
Om het optimale functioneren van het scherm te garanderen,
dient er aan de juiste positionering bijzondere aandacht besteed
te worden (Tab 1). Tenslotte worden de steunvoeten aan de trans-
portprofielen vastgeschroefd. Door diagonaal te meten, dient
ge c ontroleerd te worden of het scherm in een rechthoek gemon-
teerd werd (Pict 3.12). Indien nodig het scherm nogmaals positio-
neren.
11
asmaat in cm
tot 300
301 tot 450
± 0,3 cm
± 0,5 cm
– 0,4 cm tot + 1,0 cm
1 cm
L1 = L2
Pict 3.12