WGM 1030
���
Pict 3.7
3.1
Montage der Stützfüße
V or Beginn der Montage ist die Unterkonstruktion auf
Belastbarkeit zu prüfen. Die Befestigungsschrauben für
die Stützfüße und Befestigungskonsolen müssen nach
den bau l ichen Gegebenheiten und Erfordernissen aus-
gesucht werden. Es ist mindestens die vorgeschriebene
Anzahl an Stützfüßen zu verwenden. Mehr Konsolen
geben mehr Sicherheit! Der Abstand der einzelnen
B efestigungspunkte darf 200 cm nicht überschreiten
(Pict 2.2). Unter Abs. 12 finden Sie einige Befestigungs-
mittel mit möglichen Befestigungsvarianten.
Nachfolgend wird die Montage auf einem Wintergarten ohne
L aibung, Nische oder dergleichen beschrieben.
• B efestigungsschlitten mit Stützfuß und, wenn vorhanden, Schlit-
ten für die Distanzrohrbefestigung in der richtigen Reihenfolge
in die Nut des Transportprofils schieben (Pict 3.7).
• S tützfüße auf das Transportprofil verteilen (Abstandsmaße
beachten (Pict 2.2)) und verschrauben.
• T ransportprofil mit den Stützfüßen auf die Unterkonstruktion
stellen und Bohrpositionen kennzeichnen (als Maß in der Breite
gilt das angegebene Achsmaß; Platzbedarf für den Kasten sowie
den Kasten- und Endkappenüberstand beachten (Pict 2.1 und 2.2)
(dies gilt sowohl für die seitliche, als auch für die Ausrichtung in
Laufrichtung)).
• B efestigungslöcher für die Stützfüße auf der Unter k on s truktion
bohren.
• S tützfüße mit dem Transportprofil entsprechend dem Achsmaß
auf die Unterkonstruktion schrauben, Bohrlöcher gleichzeitig
mit dem Einschrauben der Schrauben abdichten (Silikon).
Es ist auch möglich, zuerst die Bohrpositionen zu kennzeichnen
und danach die Stützfüße und das Transportprofil zu verschrauben.
Montageanleitung
Montagehandleiding
Pict 3.8
3.1
Onderstaand wordt de montage op een serre zonder kozijn, nis of
iets dergelijks beschreven.
• B evestigingsslee met steunvoet en eventueel slee voor de beves-
• S teunvoeten over het transportprofiel verdelen (let op de juiste
• T ransportprofiel met de steunvoeten op de onderconstructie
• B evestigingsgaten voor de steunvoeten op de onderconstructie
• S teunvoeten met het transportprofiel op de onderconstructie
Het is ook mogelijk eerst de boorgaten te markeren en daarna de
steunvoeten en het transportprofiel vast te schroeven.
10
min. 200 mm
Montage van de steunvoeten
V oor het begin van de montage dient gecontroleerd te
worden of de onderconstructie stevig genoeg is. De
bevestigingsschroeven voor de steunvoten en bevestigings -
consoles moeten aan de bouwkundige situatie en de
eisen aan g epast worden. Het aantal opgegeven consoles
dient minimaal gebruikt te worden. Meer consoles z orgen
voor meer veiligheid! De afstand tussen de a f z onderlijke
bevestigingspunten mag niet groter zijn dan 200 cm
(Pict 2.2). Bij punt 12 kunt u enkele bevestigingsmiddelen
met mogelijke bevestigingsvarianten vinden.
tiging van de afstandsbuis, in de juiste volgorde in de gleuf van
het transportprofiel schuiven (Pict 3.7).
afstanden Pict 2.2) en vastschroeven.
zetten en de boorgaten markeren (als maat in de breedte geldt
de asmaat) Rekening houden met de ruimte, die nodig is voor
de kast en de uitstekende eindkappen (Pict 2.1 en 2.2). Dit geldt
zowel voor de zijwaartse positionering als ook voor de positio-
nering in de looprichting.
boren.
vastschroeven. Boorgaten tegelijkertijd met het indraaien van
de schroeven met siliconenkit afkitten.