ONVERWACHTE PROBLEMEN OPLOSSEN
MOTOR WIL NIET STARTEN
Mogelijke oorzaak
Accu leeg.
Zekering gesprongen.
Brandstofkraan OFF (UIT).
Choke open.
Motorschakelaar UIT.
Motoroliepeil laag (uitvoeringen
met Oil Alert).
Geen brandstof.
Slechte brandstof: motor
opgeslagen zonder behandeling/
aftappen van benzine of slechte
benzine getankt.
Bougie defect, vuil of met
verkeerde elektrodenafstand.
Bougie nat van brandstof
(verzopen motor).
Brandstoffilter verstopt, storing
in carburateur, storing in
ontsteking, kleppen vast, etc.
MOTOR HEEFT GEEN VERMOGEN
Mogelijke oorzaak
Filterelement(en) verstopt.
Slechte brandstof: motor
opgeslagen zonder behandeling/
aftappen van benzine of slechte
benzine getankt.
Brandstoffilter verstopt, storing
in carburateur, storing in
ontsteking, kleppen vast, etc.
Correctie
Laad accu op.
Zekering vervangen (p. 15).
Zet hendel in stand ON.
Zet hendel in stand CLOSED
(DICHT) tenzij de motor warm is.
Draai motorschakelaar in stand ON
(AAN).
Vul bij met aanbevolen olie tot
juiste niveau (p. 9).
Tanken (p. 8).
Tap de brandstoftank en de
carburateur af (p. 14). Tank nieuwe
benzine (p. 8).
Pas elektrodenafstand aan of
vervang bougie (p. 12).
Droog de bougie en plaats deze
terug. Start motor met gashendel in
stand MAX.
Breng de motor naar uw
onderhoudsdealer of raadpleeg het
werkplaatshandboek.
Correctie
Reinig of vervang het
filterelement(en) (p. 11–12).
Tap de brandstoftank en de
carburateur af (p. 14).
Tank nieuw benzine (p. 8).
Breng de motor naar uw
onderhoudsdealer of raadpleeg het
werkplaatshandboek.
ZEKERING VERVANGEN (betreffende uitvoeringen)
Het relaiscircuit van de elektrische starter en van het acculaadsysteem
zijn beveiligd met een zekering. Als de zekering doorbrandt, zal de
elektrische starter niet werken. U kunt de motor met de hand starten
als de zekering is doorgebrand, maar terwijl de motor loopt, laadt deze
de accu niet op.
1. Verwijder de speciale schroef 6×12 mm uit het achterdeksel van
het motorschakelaarhuis en verwijder het achterdeksel.
2. Verwijder het zekeringkapje en trek dan de zekering uit en
controleer deze.
Gooi de zekering weg als deze is doorgebrand. Monteer een nieuwe
zekering met dezelfde waarde als de zekering die is verwijderd, en
breng het kapje weer aan.
Indien u vragen hebt met betrekking tot de waarde van de
oorspronkelijke zekering, neemt u contact op met uw Honda-
onderhoudsdealer.
ATENTIE
Gebruik nooit een zekering met een hogere ampèrewaarde dan de
oude zekering aan de motor. Er kan dan ernstige schade aan het
elektrische systeem ontstaan of er bestaat brandgevaar.
3. Breng het achterdeksel weer aan. Plaats 6×12 mm schroef en draai
deze stevig vast.
ZEKERING
DEKSEL
ZEKERING
Als de zekering vaak doorbrandt, betekent dit meestal kortsluiting of
overbelasting van het elektrisch systeem. Als de zekering vaak
doorbrandt, laat de motor dan repareren bij een Honda
onderhoudsdealer.
NEDERLANDS
MOTORSCHAKELAAR
ACHTERKLEP
6×12 mm
SPECIALE SCHROEF
15