:;
8
Als de noodschakelaar te lang ingescha-
keld wordt gehouden, wordt teveel olie
naar de motortank gepompt, waardoor
deze overstroomt. Laat de schakelaar los
wanneer de olie het bovenniveau van de
motorolietank bereikt.
8
De olietoevoerpomp werkt niet als de
motor meer dan 35û gekanteld is. Plaats de
motor in rechte stand voor u de noodscha-
kelaar bedient.
8
Gebruik deze noodprocedure slechts als de
oliepeilwaarschuwingslampjes
leerd zijn en ook functioneren.
NL
aA
8 Se si tiene premuto troppo a lungo l'interrut-
tore di emergenza, viene pompato troppo
olio nel serbatoio del motore e tenderà a tra-
boccare. Lasciare l'interruttore quando l'olio
raggiunge il segno superiore che si trova nel
serbatoio del motore.
8 La pompa di alimentazione dell'olio non fun-
ziona se il motore è sollevato di oltre 35°.
Abbassare il motore prima di azionare l'inter-
ruttore di emergenza.
8 Utilizzare questa procedura di emergenza
ge•nstal-
solo se le spie del livello dell'olio sono instal-
late e funzionanti.
2-21
I