Nederlands
de volgende onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd:
• Waaier draaien
• Oliepeil in de afdichtingskamer controleren
Waaier draaien
1.
Pomp horizontaal op een vaste ondergrond
plaatsen.
Let erop dat de pomp niet kan omvallen en/of
wegglijden!
2.
Steek uw hand voorzichtig en langzaam van on-
deren in het hydraulisch huis en draai de waaier.
WAARSCHUWING voor scherpe kanten!
Aan de waaiers en hydraulische openingen
kunnen scherpe kanten ontstaan. Er bestaat
gevaar voor letsel! Draag geschikte persoon-
lijke beschermmiddelen, bijv. beschermhand-
schoenen.
Oliepeilcontrole van de afdichtingskamer
(afb. 13)
Afhankelijk van de motor heeft de afdichtings-
ruimte een gemeenschappelijke of twee geschei-
den openingen voor het leegmaken en vullen van
de ruimte.
1.
Pomp verticaal op een vaste ondergrond neerzet-
ten.
Let erop dat de pomp niet kan omvallen en/of
wegglijden!
2.
Kunststofafdekking (indien aanwezig) eraf halen
en sluitpluggen (D/D+) voorzichtig en langzaam
eruit draaien.
Opgelet: bedrijfsstof kan onder druk staan!
3.
De bedrijfsstof moet tot aan de onderkant van de
opening reiken.
4.
Als er te weinig olie in de afdichtingskamer zit, vul
dan olie bij. Volg hiervoor de aanwijzingen op in
het hoofdstuk "Onderhoud" onder het punt "Olie
verversen".
5.
Sluitpluggen (D/D+) reinigen, indien nodig van
een nieuwe dichtingsring voorzien en er weer in
draaien.
6.
Kunststofafdekking (indien aanwezig) erop zetten
en bestrijken met een zuurbestendig afdichtings-
middel.
5.3.4. Stationaire natte opstelling
Bij de natte opstelling moet een inhanginrichting
geïnstalleerd worden. Deze moet apart worden
besteld. Hierop wordt het leidingsysteem aan de
perszijde aangesloten.
Het aangesloten leidingsysteem moet zelfdra-
gend zijn en mag niet door de inhanginrichting
ondersteund worden.
De bedrijfsruimte moet zo ingericht worden, dat
de inhanginrichting probleemloos geïnstalleerd en
gebruikt kan worden.
182
Wanneer de motor tijdens het werk boven water
moet worden gehaald, moeten de volgende ge-
gevens strikt in acht worden genomen:
• De max. omgevingstemperatuur
• De max. mediumtemperatuur
• Opgaven voor de "bedrijfssituatie niet-onderge-
dompeld"
De omgevingstemperatuur komt overeen met
de mediumtemperatuur. De max. mediumtem-
peratuur vindt u op het typeplaatje of in het
aparte specificatieblad.
Afb. 4: Stationaire natte opstelling
1
Inhanginrichting
2
Terugslagklep
3
Afsluiter
4
Bocht
Geleidebuis
5
(niet meegeleverd!)
A
Minimum afstanden bij parallel bedrijf
B
Minimum afstanden bij wisselbedrijf
* De bedrijfssituatie voor het niet-ondergedom-
pelde bedrijf is afhankelijk van de motor. Neem
het typeplaatje alsook het meegeleverde specifi-
catieblad in acht.
Stappen
1.
Installatie van de inhanginrichting: ca. 1-2 h
(zie hiervoor de handleiding van de inhanginrich-
ting)
2.
Pomp op het werken met een inhanginrichting
voorbereiden: ca. < 1 u.
(zie hiervoor de handleiding van de inhanginrich-
ting)
3.
Pomp installeren: ca. 1-2 h
• Inhanginrichting op vast zitten en correcte
werking controleren.
• Hijsmiddel met harpsluitingen aan de pomp
bevestigen, hijsen en langzaam aan de geleide-
pijpen in de bedrijfsruimte laten zakken.
• Bij het laten zakken de spanningskabels iets
gespannen houden.
• Wanneer de pomp aan de inhanginrichting
vastgekoppeld is, de spanningskabels vak-
kundig tegen omlaag vallen en beschadiging
borgen.
• Elektrische aansluiting door elektrotechnicus
laten uitvoeren.
• De persaansluiting wordt door het eigenge-
wicht afgedicht.
4.
Installatie van optionele toebehoren als bijv.
droogloopbeveiliging of niveauregelingen.
5.
Pomp in bedrijf nemen: ca. 1 u
• Volgens hoofdstuk "Inbedrijfname"
• Bij nieuwe installatie: Bedrijfsruimte laten vol-
lopen
• Persleiding ontluchten.
OPSTELLING
6
Bevestigingsmiddel
Min. waterpeil voor on-
7a
dergedompeld bedrijf
Min. waterpeil voor
7b
niet-ondergedompeld
bedrijf*
8
Keerplaat
9
Toevoer
WILO SE 07/2015 v05 DIN A4