Nederlands
4.4. Terugsturen
Pompen die naar de fabriek teruggestuurd
worden, moeten deskundig verpakt zijn. Deskun-
dig wil zeggen dat de pomp is vrijgemaakt van
verontreinigingen en ontsmet bij het gebruik in
media die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Voor het versturen moeten de onderdelen met
scheurbestendige en voldoende grote kunststof-
zakken dicht afgesloten en uitloopveilig worden
verpakt. Daarnaast moet de verpakking de pomp
beschermen tegen beschadigingen tijdens het
transport. Neem bij vragen alstublieft contact op
met de fabrikant!
5. Opstelling
Om schade aan het product of gevaarlijke ver-
wondingen bij de opstelling te vermijden, moeten
de volgende punten in acht genomen worden:
• De opstellingswerkzaamheden – montage en
installatie van de pomp- mogen enkel door
gekwalificeerde personen uitgevoerd worden.
Hierbij moeten de veiligheidsvoorschriften in acht
genomen worden.
• Voor het begin van de opstellingswerkzaamheden
moet de pomp op transportschade onderzocht
worden.
5.1. Algemeen
Voor de planning en het bedrijf van installaties
voor afvalwatertechniek wordt gewezen op de
desbetreffende en plaatselijke voorschriften en
richtlijnen van de afvalwatertechniek (bijv. de
Duitse ATV (abwassertechnische Vereinigung)).
Met name bij stationaire opstellingswijzen wordt
in geval van een transport met langere perslei-
dingen (vooral bij gestadige stijging of uitge-
sproken terreinprofiel) op optredende drukstoten
gewezen. Deze kunnen leiden tot vernieling van
de pomp/installatie.
Bij gebruik van niveauregelingen moet op de
minimale wateronderdompeling worden gelet.
Luchtbellen in het hydraulisch huis resp. in het
leidingsysteem moeten beslist worden vermeden
en moeten worden verholpen met geschikte ont-
luchtingen. Bescherm de pomp tegen vorst.
5.2. Opstellingswijzen
• Verticale stationaire natte opstelling met inhang-
inrichting
• Verticale mobiele natte opstelling met pompvoet
• Verticale stationaire droge opstelling
Overzicht: Opstellingswijzen
Motor
Nat
T 12 ... T 17
T 20.1
T 20 ... T 24
T 30 ... T 34
T 42 ... T 72
180
Stationair
Transportabel
Droog
Nat
x
x
x
x
x
o
x
o
x
-
• x: Mogelijk
• -: Niet mogelijk
• o: Opdrachtspecifiek
Door een reductie van het motorvermogen is een
droge opstelling onder bepaalde omstandigheden
mogelijk.
Neem hierbij altijd de gegevens voor de be-
drijfssituatie voor een ondergedompeld en
niet-ondergedompeld bedrijf op het typeplaatje
in acht!
5.3. Installatie
GEVAAR door vallen!
Bij het inbouwen van de pomp en toebeho-
ren wordt in sommige gevallen direct aan de
bassin- of putrand gewerkt. Onoplettendheid
en/of verkeerde kledingkeuze kunnen leiden
tot vallen. Er bestaat levensgevaar! Tref de
nodige veiligheidsmaatregelen om dat te
vermijden.
Bij de inbouw van de pomp dient u op het vol-
gende te letten:
• Deze werkzaamheden moeten door vakkundig
personeel worden uitgevoerd en elektrische
werkzaamheden moeten door een elektrotechni-
cus worden uitgevoerd.
• De bedrijfsruimte moet schoon, van grove vaste
stoffen gereinigd, droog, vorstvrij en eventueel
ontsmet zijn en geschikt zijn voor de betreffende
pomp.
• Bij werkzaamheden in putten moet voor de veilig-
heid een tweede persoon aanwezig zijn. Bestaat
er gevaar voor de vorming van giftige of verstik-
kende gassen, dan moet u hiertegen de nodige
maatregelen nemen!
• De putgrootte en de afkoeltijd van de motor
moeten worden bepaald door de planner van de
installatie aan de hand van de omgevingsomstan-
digheden tijdens bedrijf.
• Er moet gegarandeerd zijn dat een hijsmiddel
probleemloos gemonteerd kan worden, omdat
dit voor de montage/demontage van de pomp
nodig is. De gebruiks- en opstellingsplaats voor
de pomp moet met het hijsmiddel zonder gevaar
bereikbaar zijn. De opstellingsplaats moet een
vaste ondergrond hebben. Voor het transport van
de pomp moet het hijswerktuig aan de voorge-
schreven hijsogen of de draaggreep bevestigd
worden. Bij gebruik van kettingen moeten deze
via een harpsluiting met het hijsoog resp. draag-
greep worden verbonden. Er mogen alleen bouw-
technisch goedgekeurde bevestigingsmiddelen
worden gebruikt.
• De spanningskabels moeten zo worden gelegd,
dat de machine zonder gevaar gebruikt kan wor-
x
den en dat een probleemloze montage/demon-
tage op elk moment mogelijk is. De pomp mag
x
nooit aan de spanningskabel worden gedragen
x
of getrokken. Controleer de doorsnede van de
-
gebruikte kabel en de gekozen aanlegwijze en of
de aanwezige kabellengte voldoende is.
-
OPSTELLING
WILO SE 07/2015 v05 DIN A4