•
Neem de afstandsbediening uit de stuurhouder, zoals hiervoor beschreven.
•
Verwijder het deksel van het batterijvak aan de achterkant van de afstandsbediening.
•
Neem de batterij samen met de isolatiestrip uit het vak, verwijder de isolatiestrip en plaats de batterij weer terug.
De pluspolen van de batterij moet naar boven wijzen.
•
Sluit het batterijvak weer. Het deksel moet hoorbaar vastklikken.
•
Bevestig de afstandsbediening weer in de stuurhouder, zoals hiervoor beschreven.
•
Wanneer de afstandsbediening niet goed meer werkt, is de batterij leeg en moet worden vervangen door een
nieuwe batterij van hetzelfde type.
•
Hierboven wordt beschreven hoe de batterij moet worden vervangen.
•
Vervang de lege batterij door een nieuwe 3V lithium knoopcel CR2025.
151