Nederlands
aansluiting" in acht genomen worden. De technische
gegevens moeten strikt in acht genomen worden!
Werd het product door een veiligheidsinrichting
uitgeschakeld, dan mag deze pas na het verhel-
pen van de fout opnieuw worden ingeschakeld.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom bij elek-
trische werkzaamheden bestaat levensgevaar!
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door
een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
uitgevoerd.
Voorzichtig met vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel
raken de kabel en het product beschadigd. Het
kabeluiteinde nooit in het transportmedium of
een andere vloeistof onderdompelen. Aders die
niet gebruikt worden, moeten worden geïso-
leerd!
2.6 Elektrische aansluiting
De bediener moet weten hoe de stroomtoevoer naar
het product loopt en hoe de machine uitgeschakeld
kan worden. Geadviseerd wordt om een aardlekscha-
kelaar (RCD) in te bouwen.
De nationaal geldende richtlijnen, normen en voor-
schriften alsook de bepalingen van de plaatselijke
energiebedrijven dienen in acht te worden genomen.
Bij de aansluiting van het product aan de elektrische
schakelinstallatie, vooral bij het gebruik van elektroni-
sche apparaten zoals zachte aanloopbesturing of fre-
quentieomvormers, moeten de voorschriften van de
fabrikant van het schakelapparaat in acht genomen
worden, zodat de richtlijn betreffende de elektromag-
netische compatibiliteit (EMC) nageleefd wordt. Even-
tueel zijn voor de stroomtoevoer- en stuurleidingen
afzonderlijke afschermingsmaatregelen noodzakelijk
(bijv. afgeschermde kabels, filters, enz.).
Een aansluiting mag alleen worden uitgevoerd als
de schakelapparaten aan de geharmoniseerde
EU-normen voldoen. Mobiele radio-apparatuur
kan storingen in de installatie veroorzaken.
Waarschuwing voor elektromagnetische straling!
Door elektromagnetische straling bestaat er
levensgevaar voor personen met pacemakers.
Voorzie de installatie van borden en wijs betrok-
ken personen daar op!
2.7 Aardaansluiting
Onze producten (aggregaat incl. beveiligingsinrichtin-
gen en bedieningspunt, hulphijsinrichting) moeten
altijd geaard zijn. Als de mogelijkheid bestaat dat per-
sonen met het product of met het transportmedium in
aanraking komen (bijv. op bouwplaatsen), moet de
106
aansluiting aanvullend met een foutstroombeveili-
gingsinrichting beveiligd worden.
De pompaggregaten zijn geschikt voor onder-
dompeling en voldoen aan de geldende normen
van de beschermingsklasse IP 68.
De beschermingsklasse van aangebouwde scha-
kelapparaten vindt u op de behuizing van de
schakelapparaten en in de bijbehorende bedie-
ningshandleiding.
2.8 Veiligheids- en bewakingsinrichtingen
Onze producten kunnen uitgerust zijn met mechani-
sche (bijv. afzuigfilter) en/of elektrische (bijv. thermo-
sensoren, afdichtingsruimtecontrole, enz.) veiligheids-
en bewakingsinrichtingen. Deze inrichtingen moeten
worden gemonteerd resp. aangesloten.
Elektrische inrichtingen, bijv. thermosensoren, vlotter-
schakelaars, enz., moeten voor de ingebruikname door
een elektrotechnicus worden aangesloten en op cor-
recte werking worden gecontroleerd.
Let hierbij op dat voor de foutloze werking van
bepaalde inrichtingen een schakelapparaat nodig is,
bijv. PTC-weerstand en PT100-sensor. Dit schakeltoe-
stel kan bij de fabrikant of een elektrotechnicus wor-
den verkregen.
Het personeel moet over de gebruikte voorzie-
ningen en hun functie zijn geïnstrueerd.
Let op!
Het product mag niet worden gebruikt, als de
veiligheids- en bewakingsinrichtingen werden
verwijderd, de inrichtingen zijn beschadigd en/of
niet functioneren!
2.9 Gedrag tijdens het gebruik
Bij het gebruik van het product moeten de ter plaatse
geldende wetten en voorschriften voor veiligheid op
de werkplek, ongevallenpreventie en de omgang met
elektrische machines in acht worden genomen. Voor de
veiligheid moet de exploitant duidelijk de bevoegdhe-
den van het personeel vastleggen. Het volledige perso-
neel is verantwoordelijk voor het naleven van de
voorschriften.
Het product is uitgerust met beweeglijke componen-
ten. Tijdens het bedrijf draaien deze componenten om
het medium te kunnen transporteren. Door bepaalde
stoffen in het transportmedium kunnen op de
beweeglijke componenten zeer scherpe randen wor-
den gevormd.
Waarschuwing voor draaiende componenten!
De draaiende componenten kunnen ledematen
beknellen en afsnijden. Grijp tijdens het gebruik
nooit in de hydrauliek of de draaiende compo-
nenten. Schakel het product voor onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uit en laat de draai-
ende componenten tot stilstand komen!
2.10 Transportmedia
De transportmedia verschillen onderling wat betreft
samenstelling, agressiviteit, abrasiviteit, gehalte aan
WILO SE 10/2011 V4.1WE