b) Pitch-instellingen
• Om de pitch-waardes in te kunnen stellen, moet u eerst
de zender in gebruik nemen en vervolgens de geladen
vliegaccu aan de toerentalinsteller aansluiten.
• Schuif nu de DIP-schakelaar 10 (1) vanuit de positie
„OFF" in de positie „ON".
Het functiedisplay (2) wisselt vervolgens de kleur van
roze naar blauw.
• Met de linker instelregelaar V2 (3) kunt u de max.
waarde voor het heffen en dalen van de tuimelschijf en
zodoende de maximale invalshoek van de rotorbladen
instellen.
Voor de kunstvlucht zijn veruit grotere invalshoeken
noodzakelijk.
Daarom moet u de schakelaar voor de kunst-/rugvlucht
bedienen en er op letten, dat de ingestelde waarde niet
te groot is en de tuimelschijven-servo's mechanisch
begrensd worden en daardoor beginnen te brommen.
• Wij raden u aan, de ingestelde waarde met een
geschikte pitch-instelvoelermaat te controleren.
Voor de kunstvlucht zijn invalshoeken van -11° tot +11°
volkomen voldoende.
• Bij het terugzetten in de modus voor normaal vliegen
worden de wegen van de tuimelschijven-servo's door
de zender automatisch gereduceerd.
158
Afb. 19