Voor de selectie van de gewenste, nu knipperende functie, beves-
tigd u met
. Een bevestigde functie wordt nu statisch in het dis-
play getoond. De instelling van de functieparameter gebeurt met
en
, de invoerbevestiging met
Mocht u geen functie willen selecteren en het onderste menu ver-
laten, dan voert u
in. Worden geen invoeringen gedaan, wordt
het menu na 10 seconden automatisch verlaten.
SENS: Sens maakt de instelling van de sensormo-
dus mogelijk. Na de selectie van „Sens" verschijnt
in het bovenste displayscherm „Mode" en in de
onderste regel van de momenteel ingesteld modus.
Selecteert u „Mode 100" voor de bouwvochtig-
E - 9
.
Gebruiksaanwijzing – Nederlands
heidsmeting en „Mode 120" voor de houtvochtigheidsmeting.
MAT: Mat wordt gebruikt voor de keuze van de
houtsoort. Na de selectie van „Mat" verschijnt in het
bovenste displayscherm „Code" en in de onderste
regel de momenteel ingestelde houtsoortencode.
Een keuze van de menuonderdeel „Mat" is alleen
mogelijk, als voorheen de Sensor-modus 120 (houtvochtigheid
volgens het weerstandsprincipe) ingesteld werd. Een selectie van
de respectievelijke houtsoorten-codes vindt u in de meegeleverde
houtsoorten-lijst.
TEMP: Temp wordt gebruikt voor de instelling van de tempera-
tuurcompensatie bij de houtvochtigheidsmeting. Een selectie van