Daarna kunnen met de toetsen "+" en "-" de verschillende functies worden geselecteerd (of
u beweegt een vinger op het sensorveld in of tegen de richting van de wijzers van de klok):
• "CHARGE": lithium-accu zonder balancer-aansluiting opladen
• "BALANCE": lithium-accu met balancer-aansluiting opladen
• "FAST CHG": snelladen van een accu
• "STORAGE": accu's op een bepaalde spanningswaarde laden of ontladen
• "DISCHARGE": accu ontladen
b) Accu zonder Balancer-aansluiting opladen ("CHARGE")
• Na selectie van "CHARGE" verschijnt bijvoorbeeld het volgende op het scherm:
LiPo CHARGE
LiPo CHARGE
LiPo CHARGE
LiPo CHARGE
LiPo CHARGE
2.0A
2.0A
2.0A
2.0A
2.0A
De waarde links op de onderste regel geeft de laadstroom aan; de waarde rechts de
spanning resp. het aantal cellen van de accupack (hier in het voorbeeld een 3-cellige
LiPo-accupack, ?
3x 3.7V = 11.1V).
Het accutype (LiPo, LiIon, LiFe) kiest u zoals beschreven in hoofdstuk 16.
• Om een waarde te veranderen, drukt u op de toets "ENTER/START". De laadstroom
knippert. Verander de laadstroom met de toetsen "+" en "-" en bevestig de waarde met
de toets "ENTER/START".
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het
cellenaantal. Neem hiervoor het hoofdstuk "Technische gegevens" op het einde van
de gebruiksaanwijzing in acht.
• Vervolgens knippert de spanning. Verander deze met de toetsen "+" en "-". Houd er
rekening mee dat de spanning alleen aan de hand van het aantal cellen wordt veranderd
(bijv. een cel = 3.7V, twee cellen = 7.4V enz.). Bevestig de instelling met de toets
"ENTER/START".
• Om het laadproces te starten, houdt u de toets "ENTER/START" langer ingedrukt (ca. 3
seconden).
• Indien de instellingen verkeerd zijn resp. het laadapparaat een fout vaststelt (vb. geen
accu aangesloten) dan klinkt een waarschuwingssignaal en wordt de betreffende
informatie op het display weergegeven.
11.1V(3S)
11.1V(3S)
11.1V(3S)
11.1V(3S)
11.1V(3S)
181