6.4. Maatregelen Bij Storingen - Bernina 1300MDC Bedienungsanleitung

6.4. Maatregelen bij storingen

Probleem:
De machine naait niet: ï Grijper- of stofdeksel is geopend.
ï De hoofdschakelaar is niet ingeschakeld.
ï De machine is niet aangesloten.
Stof wordt niet ï Differentieel-transport verkeerd ingesteld.
gelijkmatig ï Naaivoetdruk te laag.
getransporteerd: ï Boven-/ondermes is bot of niet in de juiste stand.
Draad breekt: ï Draadspanning te hoog voor het gekozen garen.
ï Machine verkeerd ingeregen.
ï Naalden verkeerd ingezet.
ï Verkeerde naalden gebruikt.
Naalden breken: ï Naalden zijn krom, bot of de punten zijn
beschadigd.
ï Naalden verkeerd ingezet.
ï Tijdens het naaien werd aan de stof getrokken.
Steken overslaan: ï Naalden zijn krom of bot.
ï Verkeerde naalden gebruikt.
ï Naaivoetdruk te laag.
Onregelmatige ï Draad ligt niet goed tussen de
steken: spanningsschijven.
ï Draad is ergens blijven hangen.
ï Verkeerd ingeregen.
Tijdens het naaien ï Tijdens het naaien werd aan de stof getrokken.
ontstaan golven in de ï Naaivoetdruk te hoog.
stof: ï Differentieel-transport verkeerd ingesteld.
Naad rimpelt: ï Naalddraadspanning te hoog.
ï Differentieel-transport verkeerd ingesteld.
Stofkant rolt op: ï Te veel stof in de steek.
ï Draadspanning te hoog.
ï Steekkeuzehevel staat op rolzoom.
Draadverstrengeling ï Te weinig stof in de steek.
te los:
Oorzaak: Oplossing:
ï Grijper- of stofdeksel sluiten.
ï Machine aanzetten, hoofdschakelaar op ÑIì.
ï Stekker van de machine in het stopcontact van
het stroomnet steken.
ï Instelling differentieel-transport controleren.
ï Naaivoetdruk aanpassen.
ï Boven-/ondermes controleren en evt.
vervangen.
ï Draadspanning verminderen.
ï Inrijgverloop controleren.
ï Naalden met de platte kant naar achteren tot
ze niet verder kunnen in de naaldhouder zetten.
ï Naalden van het systeem 130/705H voor
overlocksteken en cover-/kettingsteek of
naalden van het systeem JLx2 voor cover-/
kettingsteek gebruiken.
ï Naalden vervangen.
ï Naalden opnieuw in de naaldhouder zetten,
met de platte kant naar achteren tot ze niet
verder kunnen.
ï Stof losjes met beide handen geleiden.
ï Naalden vervangen.
ï Naalden van het systeem 130/705H voor
overlocksteken en cover-/kettingsteek of
speciale naalden van het systeem JLx2 voor
cover-/kettingsteek gebruiken.
ï Naaivoetdruk verhogen.
ï Draad goed tussen de spanningsschijven
leggen.
ï Naaivoet omhoogzetten, aan de draden
trekken, naaivoet laten zakken.
ï Inrijgverloop controleren.
ï Stof losjes geleiden.
ï Naaivoetdruk verminderen.
ï Differentieel-transport tussen N-2 instellen.
ï Naalddraadspanning verminderen.
ï Differentieel-transport tussen 0.7-N instellen.
ï Naadbreedte verminderen.
ï Draadspanning verminderen.
ï Steekkeuzehevel op overlock zetten.
ï Naadbreedte verhogen.
Blz.
18
15
12
26
27
82
64
46,61,69
20
6
21
21
20
--
21
21
27
36
36
46,61,69
--
27
26,27
64
26,27
24
64
51
24
87