of loodaccu's mogen niet worden gebruikt; er bestaat brand- en
explosiegevaar!
• Wanneer u een accu met lithiumtechniek met meer dan een cel oplaadt,
gebruik dan altijd een zogenaamde balancer (bijv. in dit geleverde
laadapparaat reeds geïntegreerd).
• Laad LiPo-accu's met een laadstroom van max. 1C. Dit betekent dat de
laadstroom de op de accu vermelde capaciteitswaarde niet mag overschrijden
(bijv. accucapaciteit 1000mAh, max. laadstroom 1000mA = 1A).
Neem bij LiFe- of LiIon-accu's altijd de instructies van de accufabrikant in
acht.
• De ontlaadstroom mag de op de accu aangegeven waarde niet overschrijden.
Als bijvoorbeeld bij een LiPo-accu een waarde van „20C" op de accu staat
aangegeven, dan komt de maximale ontlaadstroom overeen met 20 maal de
capaciteit van de accu (bijv. accucapaciteit 1000mAh, max. ontlaadstroom
20C = 20x 1000mA = 20A).
Anders kan de accu oververhit raken, hetgeen kan leiden tot vervorming/bol
gaan staan van de accu of tot een ontploffing of brand!
De aangegeven waarde (bijv. „20C") heeft doorgaans geen betrekking op de
permanente stroomsterkte maar op de maximale stroom die de accu kortdurig
kan leveren. De permanente stroomsterkte mag niet hoger zijn dan de helft
van deze aangegeven waarde.
• Geen cel van een LiPo-accu mag beneden 3V (LiFe = 2.0V, LiIon = 2.5V)
worden ontladen; hierdoor raakt de accu defect.
Als het model niet is voorzien van een beveiliging tegen diepontlading of een
optische indicatie van de te lage accuspanning, stel het gebruik van het
model dan tijdig in.
156
17. Warnmeldungen im Display
REVERSE POLARITY
REVERSE POLARITY
REVERSE POLARITY
REVERSE POLARITY
REVERSE POLARITY
CONNECTION BREAK
CONNECTION BREAK
CONNECTION BREAK
CONNECTION BREAK
CONNECTION BREAK
SHORT ERR
SHORT ERR
SHORT ERR
SHORT ERR
SHORT ERR
INPUT VOL ERR
INPUT VOL ERR
INPUT VOL ERR
INPUT VOL ERR
INPUT VOL ERR
VOL SELECT ERR
VOL SELECT ERR
VOL SELECT ERR
VOL SELECT ERR
VOL SELECT ERR
BREAK DOWN
BREAK DOWN
BREAK DOWN
BREAK DOWN
BREAK DOWN
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
LOW VOLTAGE
LOW VOLTAGE
LOW VOLTAGE
LOW VOLTAGE
LOW VOLTAGE
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
BATTERY CHECK
HIGH VOLTAGE
HIGH VOLTAGE
HIGH VOLTAGE
HIGH VOLTAGE
HIGH VOLTAGE
BATTERY VOLTAGE
BATTERY VOLTAGE
BATTERY VOLTAGE
BATTERY VOLTAGE
BATTERY VOLTAGE
CELL LOW VOL
CELL LOW VOL
CELL LOW VOL
CELL LOW VOL
CELL LOW VOL
Die Polarität der Akkuanschlüsse ist vertauscht.
Die Verbindung zum Akku ist unberbrochen, z.B.
wenn der Akku während dem Ladevorgang abge-
steckt wurde.
Es wurde ein Kurzschluss am Ausgang des Lade-
geräts festgestellt.
Die Eingangsspannung (Betriebsspannung) für
das Ladegerät ist zu gering.
Die Spannung eines zu ladenden Lithium-Akkus
(LiPo, LiIon, LiFe) ist falsch eingestellt worden.
Das Ladegerät hat ein internes Problem festge-
stellt. Wenn dies dauerhaft angezeigt wird, ist das
Ladegerät evtl. defekt; lassen Sie es von einer
Fachwerkstatt bzw. einem Fachmann prüfen.
Während dem Ladevorgang wurde festgestellt,
dass der Akku tiefentladen ist.
Hier ist zu prüfen, ob die Spannung des Akkus für
den Ladevorgang richtig eingestellt wurde.
Die Spannung in einer Zelle eines Lithium-Akkus
(LiPo, LiIon, LiFe) ist zu niedrig. Dies kann vor-
kommen, wenn ein mehrzelliger Akku vorher ohne
Balancer geladen wurde.
41