Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
moet de begrenzingsdraad in dezelfde
richting worden gelegd –
begrenzingsdraad in de
verbindingstrajecten niet doorkruisen.
● Aanpalende gazons in het menu
"Instellingen – Installatie" activeren.
(
11.14)

12.10 Doorgangen

Als er meerdere maaivlakken moeten
worden gemaaid (bijvoorbeeld
maaivlakken vóór en achter het huis), kan
er een doorgang als verbinding worden
geïnstalleerd. Zo kunnen alle maaivlakken
automatisch worden bewerkt.
In doorgangen wordt het gazon
alleen bij het afrijden van de
begrenzingsdraad gemaaid.
Activeer desgewenst automatisch
randmaaien of maai de zone van
de doorgang regelmatig manueel.
(
11.5), (
11.14)
Als doorgangen worden
geïnstalleerd, moet de verplaatste
rit naar het begin (corridor) worden
uitgeschakeld (
11.14) of moeten
zoeklussen worden geïnstalleerd.
(
12.11)
De vermelde draadafstanden zijn
afgestemd op de ligging van de
begrenzingsdraad op het gazon.
Voorwaarden:
– minimale breedte tussen vaste
hindernissen in de doorgang 88 cm,
tussen begaanbare wegen 22 cm.
0478 131 9935 C - NL
Bij relatief lange doorgangen is
afhankelijk van de
bodemgesteldheid mogelijk iets
meer ruimte nodig. Installeer
relatief lange doorgangen zo
mogelijk altijd midden tussen
hindernissen.
– Doorgang is vrij begaanbaar.
– In de zone van het tweede maaivlak
wordt minstens 1 startpunt
gedefinieerd. (
11.15)
Het dockingstation (1) wordt in het
maaivlak A geïnstalleerd. Het
maaivlak B is met een doorgang (2) met
het maaivlak A verbonden. De
begrenzingsdraad (3) kan door de
robotmaaier geheel worden afgereden.
Voor het bewerken van het maaivlak B
moeten startpunten (4) worden
gedefinieerd. (
11.15)
Afzonderlijke maaibeurten beginnen dan
afhankelijk van de instelling
(startfrequentie) bij de startpunten.
Begin en einde van de doorgang
installeren:
Aan het begin en aan het einde van de
doorgang moet de begrenzingsdraad (1)
zoals afgebeeld trechtervormig worden
gelegd (afstanden A en B). Daardoor
wordt voorkomen dat de robotmaaier
tijdens het maaien onbedoeld de doorgang
inrijdt.
A = 22 cm
B = 6 cm
De afmetingen zijn sterk afhankelijk
van de omgeving en het terrein.
Controleer bij doorgangen met een
trechtervormig begin of einde altijd
of de robotmaaier deze ook kan
passeren.
309

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis

Fehlerbehebung

loading

Diese Anleitung auch für:

Mi 422.1 pMi 422.1 pc

Inhaltsverzeichnis