DMF40111
PROCEDURE
VOORAFGAAND AAN DE
INGEBRUIKNAME
X/
Als enig element bij de controle voorafgaand
aan de ingebruikname niet behoorlijk func-
tioneert, moet u het laten inspecteren en
herstellen voor u de buitenboordmotor in
gebruik neemt. Zonder deze voorzorgsmaat-
regelen kan zich een ongeval voordoen.
Brandstof
8
Controleer het brandstofpeil om zeker te zijn
dat u voldoende brandstof hebt voor uw trip.
8
Controleer of er geen brandstoflekken zijn en
of er enige rook ontsnapt.
8
Vergewis er u van dat de brandstofslang niet
plat gedrukt of geplooid wordt door voorwer-
pen in de boot en dat er zich geen scherpe
voorwerpen in de omgeving bevinden.
Olie
8
Controleer het oliepeil om zeker te zijn dat u
voldoende olie hebt voor uw trip.
Bedieningselementen
8
Controleer de goede werking van gashendel,
schakelhendel en besturing voor u de motor
start.
8
De bedieningselementen moeten vlot werken,
zonder te klemmen of abnormaal veel spe-
ling.
8
Controleer of er geen losse of beschadigde
aansluitingen zijn.
8
Controleer de werking van de starter en de
stopschakelaars als de buitenboordmotor in
het water ligt.
Motor
8
Controleer de motor en de motorbevestiging.
8
Controleer of er geen losse of beschadigde
bevestigingselementen zijn.
8
Controleer de schroef op schade.
:;
Start de motor niet terwijl hij uit het water
hangt. Dit kan immers oververhitting en
ernstige motorschade veroorzaken.
NL
IMF40111
PROCEDURA PRELIMINARE
g
Se uno qualsiasi dei controlli preliminari dà
esito negativo, procedere alla verifica e relativa
riparazione prima di azionare il motore fuori-
bordo per evitare incidenti.
Carburante
8 Verificare di avere sufficiente carburante per
coprire la distanza prevista.
8 Accertarsi che non vi siano perdite di carbu-
rante o fumi di benzina.
8 Accertarsi che il tubo del carburante non sia
schiacciato oppure piegato a causa di even-
tuali oggetti che si trovano a bordo. Control-
lare anche che non vi siano oggetti taglienti
in prossimità di esso.
Olio
8 Verificare di avere sufficiente olio.
Comandi
8 Controllare il gas, il cambio e la barra di
guida prima di avviare il motore.
8 I comandi devono funzionare in modo scor-
revole, senza inceppamenti né gioco eccessi-
vo.
8 Verificare che non vi siano collegamenti
allentati o danneggiati.
8 Verificare che gli interruttori di avviamento e
di arresto funzionino quando il motore fuori-
bordo è in acqua.
Motore
8 Verificare il motore e il montaggio dello stes-
so.
8 Verificare che non vi siano dispositivi di fis-
saggio danneggiati.
8 Verificare che l'elica non sia danneggiata.
aA
Non avviare il motore fuori dall'acqua per evi-
tare di surriscaldarlo e quindi danneggiarlo
gravemente.
3-6
I